Als je (zoals ik) met je neus in de muziek zit en ook een bovengemiddelde interesse hebt in albumhoezen, dan gaat het je na een tijdje opvallen als een bepaalde cd of lp een hoes heeft die wel heel erg lijkt op een andere/oudere hoes. Die verwijzingen zijn bijna altijd bedoeld als eerbetoon, maar bovenal leuk om eens op een rijtje te zetten. Soms is de overeenkomst overduidelijk, soms is die wat subtieler, maar altijd is er qua vormgeving (of anders wel de titel of een subtiel detail) wel een link te leggen. Qua muziek soms niet; om een voorbeeld te geven: singer-songwriter Nick Drake en de Japanse metalgroep Boris zouden muzikaal niet meer van elkaar kunnen verschillen en de overeenkomsten tussen Bryan Ferry en Tiga zijn ook ver te zoeken. Maakt niet uit; het blijft leuk om de overeenkomsten te zoeken. De meeste ben ik zelf door de jaren heen tegengekomen (en ik kom er nog steeds veel tegen), anderen heb ik uit het boek 1000 Record Covers van Michael Ochs (een uitgave van Taschen) gehaald. De enige voorwaarde die ik verder heb gesteld, is dat de bands of artiesten wel (een beetje) bekend moet zijn.



Nick Drake vs. Boris


Links ziet u de hoes van Bryter Layter, de tweede van een drietal prachtige albums die Nick Drake zou maken, alvorens in 1974 aan een overdosis antidepressiva te overlijden. Rechts ziet u de hoes van Akuma No Uta, een metalgroep uit Japan, waarvan ik niets af weet, maar volgens kenners is dit album een topper in het genre. Het enige verschil qua compositie is de kleur, maar dat ligt aan de scan. En die gitaar met twee halzen natuurlijk. Ik heb Drake hoog zitten. Hij bracht bij leven slechts drie albums uit en ze zijn allemaal geweldig (al staat Drake's állermooiste liedje Northern Sky op Bryter Layter). Albums van een kwetsbare en onzekere jongen, maar gezegend met een perfect gevoel voor melodie en een paar handen vol liedjes van melancholieke schoonheid. Wie 'm nog niet kent, bekijk de ontroerende documentaire A Skin Too Few van de Nederlandse filmmaker Jeroen Berkvens en je snapt wat ik bedoel. Het schijnt dat de leden van Boris Drake ook geweldig vinden en dat ze zelfs de lengte van Akuma No Uta tot de speelduur van Bryter Layter op hebben gerekt. Hoeveel metalfans zouden dankzij dit Japanse gezelschap in aanraking zijn gekomen met het werk van Drake? Ik hoop heel veel.




The Beatles vs. The Residents


Eén van de meest gekopieerde albumhoezen aller tijden (de Beatles komen op deze pagina sowieso veel voorbij). Er is niet alleen een Meet The Beatles, er is ook een Meet The Residents én er is een Meet The Muppets. En er is een parodie van Genesis, als hoes van de single Land Of Confusion, met poppen van Spitting Image die ook in de video bij die hit figureerden. Hier kies ik gemakshalve even voor Meet The Residents, deels omdat de parodie tot in detail is doorgevoerd. Nouja, het uitroepteken is dit 'phenomenal pop combo' uit North Louisiana vergeten. Meet The Beatles is één van de vele briljante albums van de Beatles, met liedjes als I Want To Hold Your Hand, I Saw Her Standing There en All My Loving ontzettend goed, maar alles wat erna kwam, zou nog beter zijn. The Residents debuteren in 1974 en zijn meteen zo onbescheiden om zichzelf met deze hoes naast de Beatles te plaatsen. Het is een enigmatisch gezelschap, bekend om de grote oogbollen waarmee de muzikanten op het podium gemaskerd zijn. Ook zij zitten - net als de Beatles - aan de experimentele kant van het popspectrum. Maar zelfs na ruim vijfendertig jaar is nog steeds onbekend wie er onder de maskers schuil gaan. Knap.




Simon & Garfunkel vs. Kruder & Dorfmeister


Bookends is één van de vijf albums die Simon & Garfunkel in de tweede helft van de jaren zestig maken, alvorens ruzie te krijgen, elkaar jaren niet te willen zien om vervolgens elke paar jaar een lucratieve tournee te ondernemen. Al die vijf albums zijn geweldig, zo ook Bookends, met veel moois zoals A Hazy Shade Of Winter (later nog succesvol gecoverd door de Bangles), America, Fakin' It en natuurlijk Mrs. Robinson. Kruder & Dorfmeister is een Duits duo dat rond de eeuwwisseling heel hip is vanwege hun lounge muziek. De opnames van deze G-Stoned ep stammen echter al uit 1993 en werden in 1996 uitgebracht. Kruder & Dorfmeister is vooral bekend als een duo dat aan de lopende band remixen aflevert en de afgelopen tien jaar hebben ze slechts één album uitgebracht. Dat het genre lounge inmiddels passé is, zal daaraan hebben bijgedragen. Niettemin is deze parodie erg grappig, ook vanwege de tegenstelling van een akoestisch folkduo tegenover twee jongens die met elektronica in de weer zijn. Als Kruder & Dorfmeister nou ook eerst de titel en daarna hun namen op de hoes hadden gezet, was de parodie nog beter geslaagd geweest. Dan was het ook minder erg dat voor en achter de schuine streep spaties ontbreken.




Théodore Géricault vs. The Pogues


In de categorie 'kunstwerken die een inspiratie zijn geweest voor een albumhoes' (we zullen er nog meer tegenkomen) allereerst The Pogues. Dat was (of is, ze komen elk jaar voor Kerst bijeen voor een aantal reünie-optredens) een Britse folkgroep rond het notoire drankorgel Shane MacGowan. Hun inspiratie halen de muzikanten uit de Ierse volksmuziek en vooral Rum, Sodomy & The Lash (de titel is een variant op Churchills uitspraak over de Britse marine: 'don't talk to me of naval tradition, it's nothing but rum, sodomy and the lash') wordt gezien als een klassieker (ook If I Should Fall From Grace With God is trouwens geweldig). Voor de hoes wordt Het Vlot Van De Medusa, het beroemdste schilderij van Théodore Géricault gekozen. De hoes wordt niet rechtstreeks overgenomen, maar de opvarenden worden vervangen door de leden van The Pogues (die met de zonnebril is MacGowan). Géricault is pas 27 als hij dit schilderij maakt, wat later niet alleen wordt beschouwd als zijn eigen ultieme meesterwerk, maar ook wordt gezien als het hoogtepunt uit de Franse romantische schilderkunst. Dat zal niet in het minst komen door het gigantische formaat: bijna vijf bij ruim zeven meter. Het hangt in het Louvre.



The Beatles vs. The Mothers Of Invention


Ik denk dat elke albumhoes van de Beatles is geparodieerd. Daarin ben ik niet de eerste; de redacteuren van de website Spinner dachten blijkbaar hetzelfde en wijdden er een artikel aan. En schreef ik eerder dat de meeste parodieën op een hoes als eerbetoon bedoeld zijn, bij Frank Zappa en zijn Mothers Of Invention heb ik toch m'n twijfels. Daarvoor is de titel We're Only In It For The Money te sardonisch. Al rekent Frank Zappa op dit album lang niet alleen met de hippiecultuur af, eigenlijk moet alles en iedereen het ontgelden. De lp zelf verschijnt ook niet zonder slag of stoot; teksten als 'I will love the police as they kick the shit out of me' en 'don't come in me, in me' worden als aanstootgevend ervaren en gecensureerd. Het zal ertoe hebben bijgedragen dat het juist Frank Zappa is die in de jaren tachtig de vloer aanveegt met het moralisme van de Parents Music Resource Center, een senaatscommissie onder leiding van Tipper Gore die zich tot doel stelt om lp's en cd's met 'vunzige' teksten van een waarschuwing te voorzien. Zappa neemt wraak. Hij verwerkt geluidsopnamen van de hoorzittingen in het nummer Porn Wars, afkomstig van het album Frank Zappa Meets The Mothers Of Prevention. We komen die lp later nog tegen.




Fleetwood Mac vs. Camper Van Beethoven


Bij Fleetwood Mac en Camper Van Beethoven is niet alleen de hoes gekopieerd, laatstgenoemde heeft het album zelfs noot voor noot nagespeeld. Voor Fleetwood Mac verlopen de opnamesessies voor Tusk al even desastreus als die voor de legendarische voorganger Rumours. Tusk is een ambitieus dubbelalbum waarop Lindsey Buckingham de regie stevig in handen heeft, hij produceert het album en schrijft negen van de twintig tracks. De andere nummers zijn van Stevie Nicks of Christine McVie afkomstig. Na Tusk valt Fleetwood Mac uit elkaar, om de decennia erna allerlei reünietounees te houden of - met wisselend succes - weer eens een comeback album uit te brengen. De alternatieve gitaargroep Camper Van Beethoven is in 1990 uit elkaar gevallen en neemt naar verluidt in 2001 een integrale coverversie van het album op. Ze worden uitgebracht met de bewering dat het oude demo's zouden zijn, maar volgens de wikipedia zijn de opnames bedoeld om te kijken of de bandleden nog wel met elkaar door één deur konden. Dat bleek het geval; Camper Van Beethoven bestaat sinds die tijd weer. Dat juist Tusk voor deze test wordt genomen, is uiterst ironisch, maar wel zo toepasselijk.




The Smiths vs. Belle And Sebastian


Morrissey en Johnny Marr, de onmiskenbare compositorische tandem van The Smiths, zijn ook nauw betrokken bij het ontwerp van alle albumhoezen. Vandaar dat alle hoezen (singles én albums) een zelfde stijl hebben, bestaande uit stills uit films, met daarover een kleurenfilter. Of de muziek van The Smiths van grote invloed is geweest op Belle And Sebastian is deels twijfelachtig; van de Schotten wordt vooral gezegd dat ze beïnvloed zijn door Nick Drake en meer ingetogen jaren tachtig gitaargroepen (The Pastels, Felt), maar gitaarbands uit de jaren negentig en jaren nul die níet door The Smiths beïnvloed zijn, zijn uiterst zeldzaam (ik ken ze niet). Als het op de hoezen aankomt, is het opvallend dat ook bij Belle And Sebastian een foto wordt genomen waar vervolgens een kleurenfilter overheen is gelegd. Er is wel één wezenlijk verschil: bij The Smiths betreft het stills uit films van (jeugd)helden van Morrissey, bij Belle And Sebastian zijn het speciaal voor de hoes gemaakte foto's (waarbij de meisjes wel types zijn waar zanger en frontman Stuart Murdoch op zou kunnen vallen). Voor wat het waard is: beide groepen behoren tot mijn ultieme favorieten. En die meisjes waar Murdoch op valt, zie ik ook wel zitten.




Elvis Presley vs. The Clash



Aan albums wordt in de jaren vijftig nog niet al teveel waarde gehecht. Het betreft meestal een verzameling van enkele hitsingles met verder wat opgewarmde kliekjes. Ook het debuut van Elvis Presley voldoet aan die omschrijving, maar het is wel van The King en dus bij voorbaat al een paar klassen beter dan al het andere dat er in 1956 uitkomt. The Clash is (samen met de Sex Pistols) dé belangrijkste Britse punkband, maar waar de Sex Pistols eigenlijk nauwelijks kunnen spelen, kan de groep rond zanger Joe Strummer  op muziekgebied zo'n beetje alles. London Calling is een briljant album waarop al die stijlen ook voorbijkomen. Het mooiste met deze twee hoezen is de tegenstelling. Aan de ene kant een vrolijke en enthousiaste Elvis Presley op akoestische gitaar, aan de andere kant de opwinding en het destructieve van de punk van The Clash. Maar waar Elvis Presley het suffige Amerika van de jaren vijftig wakker schudt met de rock 'n roll, is het in het Engeland van de jaren zeventig aan groepen als The Clash om met punk de rockmuziek weer terug naar de jongeren te brengen, weg van de pretentieuze en ingewikkelde progrock waarin het vroeger zo ogenschijnlijk simpele popgeluid is geëvolueerd.




Sex Pistols vs. Max Pashm


Ik denk dat de enige overeenkomst tussen de Sex Pistols en Max Pashm is dat ze allebei uit Londen afkomstig zijn. Maar dat is ook écht alles. Waar de Sex Pistols als boegbeeld van de punk in de tweede helft van de jaren zeventig vooral Groot-Brittannië onveilig maken, is Max Pashm samen met z'n band verantwoordelijk voor een feestelijke mix van traditionele Balkan, zigeuner en klezmer muziek. Zijn band is al net zo'n smeltkroes met leden die afkomstig zijn uit allerlei landen op de Balkan en/of een joodse achtergrond hebben. Waarmee beide bands overigens wel typerend zijn voor 'hun' tijdperk; de Sex Pistols scanderen 'no future' in een tijd dat het ronduit slecht gaat met Groot-Brittannië, Max Pashm en consorten staan voor de 'melting pot' die de Britse hoofdstad tegenwoordig is. Ik zag Pashm en z'n band op Folkwoods optreden en het was een feest. Overigens, de hoes van Never Mind The Bollocks Here's The Sex Pistols is beroemd, de muziek op het album ook. Tegenwoordig wordt er wat negatief over de lp gedaan (het album zou overschat zijn, de Sex Pistols zouden niks kunnen), maar de twaalf nummers op de plaat zijn, hoewel eenvormig, zonder uitzondering erg sterk.




The Beatles vs. Red Hot Chili Peppers


We kwamen de Beatles al vaker in dit rijtje tegen, dit is de derde keer. En dat de hoes van Abbey Road vaak is geparodieerd is ook geen geheim. In het geweldige boek 1000 Record Covers van Michael Ochs staan er meerdere, op internet vind je na enig zoeken varianten met Kanye West, Chubb Rock en Booker T & The MG's. Paul McCartney parodieert de hoes voor z'n album Paul Is Live. Maar de bekendste parodie is die van de Red Hot Chili Peppers, die enkel 'gekleed' in sok 's werelds beroemdste zebrapad oversteken. Het schijnt dat Londenaren die in de buurt van Abbey Road wonen, gék worden van al die toeristen die dagelijks hét zebrapad oversteken en het verkeer ophouden. Ook het straatnaambordje van Abbey Road is al vaak gestolen. Het is ook juist deze hoes die mede heeft bijgedragen aan de hele 'Paul Is Dead' mythe. McCartney loopt als enige van de vier Beatles op blote voeten en hij loopt ook nog eens uit de maat met de rest van de groep (de Red Hot Chili Peppers hebben goed naar de hoes gekeken, op hun versie loopt zanger Anthony Kiedis uit de maat). Ook het nummerbord op de kever zou een gecodeerde boodschap bevatten. Waar een beetje albumhoes niet toe kan leiden.




The Velvet Underground vs. The Dandy Warhols


Zou dit de bekendste hoes zijn uit de pophistorie? Tenminste wel de meest cultureel verantwoorde, als ie is ontworpen door Andy Warhol. The Velvet Underground is 'zijn' band en is vernoemd naar 'zijn' club. De groep telt met John Cale en Lou Reed enkele briljante muzikanten, maar het is Warhols idee om ook Nico aan de line-up toe te voegen (vandaar de albumtitel The Velvet Underground & Nico). Dat wordt min of meer geaccepteerd door de andere bandleden, zolang ze maar niet teveel zingt. Het album verkoopt slecht, maar het is sindsdien vaak opgemerkt dat iedereen die het album kocht, uiteindelijk zelf een band is begonnen. Ik acht de kans groot dat de leden van de Dandy Warhols de lp ook in de kast hebben staan. En ook qua drugsgebruik lijken de leden van de Dandy Warhols niet onder te doen voor hun New Yorkse helden. Ik zag de groep in Paradiso optreden in 2002, ter promotie van hun album Thirteen Tales Of Urban Bohemia (achteraf gezien hun commerciële en artistieke hoogtepunt) en de band stond (zwaar) gedrogeerd op het podium. Het optreden was trouwens best goed. Het volgende album zou dit Welcome To The Monkey House zijn. Maar toen was het succes alweer tanende.




The Jeff Beck Group vs. Sons & Daughters


Jeff Beck is één van de meestergitaristen uit de jaren zestig en zeventig en Beck-Ola (Cosa Nostra) wordt gezien als z'n beste plaat, ook al wordt die officieel uitgebracht onder de naam The Jeff Beck Group. Die groep had ook 'Jeff Beck & Friends' kunnen heten; de groepsleden hebben constant ruzie en bezettingswisselingen zijn aan de orde van de dag. De hoes van dit album is niet eens zo'n icoon geworden, ook al is het schilderij op de hoes, afkomstig van René Magritte, op z'n zachtst gezegd opvallend. Of, beter gezegd, een reproductie, want de afbeelding op de hoes verschilt enigszins van het origineel, dat de typische Magritte-titel De Luisterkamer draagt. Sons & Daughters is een Schotse indie popgroep die platen uitbrengt op het fameuze Domino label (bekend van Franz Ferdinand en de Arctic Monkeys) maar muzikaal weinig met Jeff Beck van doen heeft. Je zou daarom denken dat de overeenkomsten op toeval berusten. Okee, de hoes van deze single van Sons & Daughters bevat geen appel, maar de stijl van de hoes en het lettertype zijn exact hetzelfde. Als je dan de hoezen bekijkt van andere releases van de groep, zie je dat dit de enige is die afwijkt. Ceci n'est pas une conincidence.




Bob Marley vs. Beef


Tja, moet hier nog een toelichting bij worden gegeven? Bob Marley, de belangrijkste reggae artiest aller tijden en zijn in 1977 met vaste begeleidingsband The Wailers belangrijkste lp Exodus. Het album wordt opgenomen in Londen, vlak nadat Marley een schietpartij in Jamaica ternauwernood heeft overleefd, en betekent de grote commerciële doorbraak van de reggae-zanger. Het album telt een hele trits Marley-klassiekers zoals Waiting In Vain, Natural Mystic, One Love, Jamming en Turn Your Lights Down Low, maar de grootste 'hits' No Woman No Cry, Iron Lion Zion en Could You Be Loved moeten elders gezocht worden. Beef is rond de eeuwwisseling een reggaeband in opkomst met leden uit alle windstreken in Nederland, maar die Eindhoven als uitvalsbasis neemt. Als de groep begin deze eeuw flink aan de weg timmert en een verwoestende live reputatie geniet, staan ze op elk festival in stad en regio, maar ze weten het ook tot Pinkpop en Lowlands te schoppen. Titel en artwork van Flexodus zijn een overduidelijk eerbetoon, daar waar de eerste 10" van Beef al de titel Babylon By Bus droeg. The Chopshop is de bijnaam van Beef. 



Kraftwerk vs. Autobahn


Een persoonlijke favoriet. In de toch al zo ontzettend leuke gebroeders Coen-film The Big Lebowski zit een scène die misschien niet zo memorabel is als veel andere in de film maar ik vind 'm geweldig, omdat het de ultíeme Kraftwerk-parodie is. Een groep Duitse nihilisten die in een technopopgroep zitten met de naam Autobahn. De hoes is overduidelijk een knipoog naar twee albumhoezen van Kraftwerk: enerzijds de hoes van de lp Autobahn (en dan wel de Britse versie), anderzijds die van The Man-Machine. De rode overhemden en zwarte stropdas zijn van laatstgenoemde afgekeken, vandaar dat ik hier voor die heb gekozen. Voor wie het leuk vindt om te weten, dit zijn de tracks op de LP Nagelbett: Saturation, Faking It, Hit And Run, No Way Out, Violate U-Blue, Beg Me, Take It In en Edelweiss (Club Mix). Niet echt typische titels van Kraftwerk-songs. De leden van Kraftwerk zijn ten tijde van de release van The Man-Machine Ralf, Florian, Karl en Wolfgang, de nihilisten in The Big Lebowski heten Uli Kunkel, Kieffer en Franz. Lekker Duitse namen dus. Nog een leuke muziekgrap: één van de nihilisten wordt gespeeld door Red Hot Chili Peppers-bassist Flea. Hij speelt de rol van Kieffer.




The Byrds vs. Sweethearts Of The Rodeo


In 1968 ziet het er helemaal niet naar uit dat Sweetheart Of The Rodeo der mate belangrijk zou worden dat vijftien jaar later twee Californische dames zichzelf Sweethearts Of The Rodeo als bandnaam aan zouden meten. Daarvoor is deze lp, die inmiddels wordt beschouwd als één van de eerste countryrock albums, te omstreden. Countryzenders weigeren muziek van de plaat te draaien: te weinig country en te veel rock. Voor dit zogenaamd grensverleggende geluid is Gram Parsons, ten tijde van de opnames heel eventjes lid van The Byrds, verantwoordelijk. Hij gaat alweer snel verder met een eigen band (The Flying Burrito Brothers), brengt weer later solo twee albums uit, om in 1973 op 26-jarige leeftijd aan een overdosis (een combinatie van morfine en alcohol) te overlijden. Tegenwoordig is de ophef moeilijk te begrijpen, want Sweetheart Of The Rodeo sounds pretty country to me. Het album is allang erkend als meesterwerk en als een grote invloed op het geluid van groepen als de Eagles, Poco en Fleetwood Mac. Overigens is de hoes veel ouder dan het album. De illustratie stamt al uit 1933, is getekend door Jo Mora en wordt als een poster met de titel The American Cowboy Rodeo uitgebracht.




John Phillips vs. Bob Dylan


Het is opvallend voor zo'n icoon als Bob Dylan, die ook nog es een aantal lp's heeft gemaakt met memorabele hoezen (Highway 61 Revisited, Blonde On Blonde, Nashville Skyline, Blood On The Tracks), zijn albumhoezen zijn zelden geparodieerd. Is daarvoor z'n status te groot? Dylan wordt in de rockscene toch als God beschouwd. Vreemd genoeg heeft hij zelf wel een hoes geparodieerd. En wel van John Phillips, één van de twee papa's in The Mamas & The Papas en in die groep verantwoordelijk voor de meeste liedjes. Z'n eerste (en enige) soloplaat heet John, The Wolfking Of L.A. en komt in 1970 uit. Phillips is een tragisch figuur, verslaafd aan drank en drugs. Hij maakt nooit meer een volgende lp en overlijdt in 2001. In 1975 bracht Bob Dylan Desire uit. Eén van zoveel memorabele albums in z'n carrière, al verschilt dit album ook van veel andere, onder meer vanwege de samenwerking met tekstschrijver Jacques Levy. En Hurricane, de ruim acht minuten durende felle aanklacht tegen de veroordeling van bokser Rubin Carter, staat op dit album. De overeenkomsten zijn te opvallend om op toeval te berusten, maar waarom Dylan juist aan Phillips eer heeft betoond, is mij onbekend.




Bruce Springsteen vs. The Jesus And Mary Chain


Zou het wel, zou het niet? Het is een twijfelgeval. Maar tegelijkertijd, hoeveel albums hebben een vage foto op de hoes, met daarboven én daaronder een zwarte balk met in rode letters de naam van de artiest/groep en de titel van de plaat. En dan blijken die titels ook aan elkaar te refereren. Althans, Nebraska is van Bruce Springsteen en heeft The Boss niet een hit gehad met de titel Badlands? Dat is nog geen Darklands, maar het komt in de buurt. Nebraska is een lo-fi opname van Springsteen. Het album telt tien songs die hij in een hotelkamer op een viersporenrecorder op heeft genomen en besluit als nieuw album uit te brengen. Zijn platenlabel vindt het commerciële zelfmoord, zeker na het succes van The River (uit 1980), maar The Boss heet niet voor niets zo: hij is onvermurwbaar. En zo brengt Springsteen om de zoveel jaar een akoestische, lo-fi plaat uit (The Ghost Of Tom Joad, Devils & Dust). The Jesus And Mary Chain is in de jaren tachtig (soort van) mega in Groot-Brittannië en wat kleiner in de rest van de wereld. Darklands is het grootste commerciële succes van de Schotse groep, het enige album dat in hun thuisland de top-10 zou halen. Maar de link met Springsteen blijft twijfelachtig.




Deutsche Grammophon vs. Morrissey


Over The Smiths heb ik hier al eerder geschreven, op hun hoezen figureren voornamelijk (gewezen) filmsterren. Bij de albums uit Morrissey's solocarrière is vreemd genoeg het roer om gegaan: hij figureert op álle albumhoezen (het toch al erg vreemde Southpaw Grammar uitgezonderd). Ik vraag me af hoeveel Morrissey-fans de Deutsche Grammophon-link is opgevallen, maar als je zoals ik een vader hebt die zijn cd-kast vol heeft staan met cd's met dat fameuze logo, dan weet je wel waar met dat blauwe tekstvak naar verwezen wordt. Volgens de onvolprezen Mozipedia van Simon Goddard is het logo inderdaad een verwijzing naar het ruim honderd jaar oude platenlabel, maar is de afbeelding van Morrissey met viool geïnspireerd op een scène uit de film Humoresque. Dat betekende dat ik dus niet zonodig honderden, zo niet duizenden titels in de catalogus van Deutsche Grammophon door diende te spitten naar een afbeelding die overeenkomt; ik heb simpelweg gekozen voor een hoes waar een man met viool op staat afgebeeld. Wat trouwens ook nog een hele speurtocht was. Overigens, waarom het tekstvak bij Morrissey blauw is, meldt de Mozipedia niet, maar het zal met beeldrecht te maken hebben.




Bryan Ferry vs. Tiga


Het is een tegenstelling. Okee, Bryan Ferry was/is (gaan die ook niet zo op z'n tijd op een reünietournee?) de zanger van Roxy Music, een groep die ten tijde van de eerste albums nog wel met synthesizers en elektronica in de weer ging, maar de groep staat toch vooral bekend als artrock band. De solocarrière van Ferry verschilt niet eens zo heel veel van de carrière van die fameuze groep, hooguit wat poppy'er en met een ongezond hoge dosis aan covers (Let's Stick Together, The Price Of Love), maar niet de dance-experimenten die je op basis van deze hoes zou verwachten. Hoe de Canadese DJ Tiga Sontag op het idee kwam om juist deze hoes te persifleren is dus vreemd. Het is zeker niet Ferry's bekendste of beste album en qua muziek ligt er nogal een wereld, nouja, een oceaan van verschil tussen de Britse artrock van Ferry en de Canadese techno/elektro van Tiga. De DJ heeft lang niet alles gekopieerd; enkel de belichting en het iets te bezwete gezicht. Het lijkt erop dat veel recensenten de overeenkomst niet op is gevallen, want er wordt in recensies bijna niet naar verwezen. Ik had het ook niet geweten, ware het niet dat ik Ferry's album op de wikipedia tegenkwam en me bedacht dat ik die hoes eerder had gezien.




Michael Jackson vs. "Weird Al" Yankovic


Ach ja, de King Of Pop. Ik heb er nooit heel erg veel mee gehad, maar hij is na z'n dood heilig verklaard. Goed, de muziek die hij ten tijde van Thriller, Bad en vooruit, Dangerous maakt, is geweldig, maar daarnaast is er ook heel veel tandglazuuraantastend suikerzoet spul voorbij gekomen. En tja, met al die plastische chirurgie is het dan ook niet gek dat novelty artiesten je gaan persifleren. En als het op persiflages aankomt, is "Weird Al" Yankovic de King Of Pop. Beat It wordt verbasterd tot Eat It, Bad wordt Fat en Black And White wordt Snack All Night. Hoezen persifleren heeft Yankovic ook gedaan, maar op bescheiden schaal. Nirvana's Nevermind en de hoes van een ander Jackson-album, Thriller, hebben het moeten ontgelden, maar zo'n idiote foto als van Bad vraagt, nee, schreeuwt om een parodie. Misschien dat Jacksons neergang in de jaren negentig de reden is dat hij niet meer werd gepersifleerd; na Black Or White heeft Yankovic geen Jackson-parodieën meer opgenomen. Ik ben niet zo'n heel grote fan van het oeuvre van Yankovic. Ik vind sommige parodieën wel grappig, maar het is met zoveel Amerikaanse humor dat de grap vaak flauw is en dan ook nog eens uitgemolken wordt.



Elvis Presley vs. The Fall


Elvis Presley heeft geen last van valse bescheidenheid. Maar dat getal van vijftig miljoen komt ook niet uit de lucht vallen; nouja niet helemaal. Als in 1959 de tweede verzamelaar van The King uitkomt, heeft hij heel veel platen verkocht. Verkoopcijfers van singles en albums zijn eind jaren vijftig verre van betrouwbaar, veel platen zouden door dezelfde persoon kunnen zijn gekocht en dus betreft het hier dan ook vooral een schatting, zij het een onbescheiden. De nogal decadent ogende hoes - met heel veel Elvissen in gouden pakken - is dan ook vaak geparodieerd. Ik kies hier voor de parodie door The Fall. Of Mark E. Smith, frontman van deze cultgroep, al z'n fans heeft geteld, geen idee, maar hij heeft het aantal een stuk lager ingeschat. Overigens had dit ook kunnen slaan op het aantal leden dat in The Fall heeft gezeten, want Smith is een lastpak die de bandleden er bij bosjes doorheen jaagt. Z'n carrière is al even merkwaardig, sinds het oprichten van The Fall heeft de groep tientallen albums uitgebracht, consequent op kleine labels; de groep dient niet te populair te worden. Dat vreemde gedrag heeft 'm echter een grote schare fans opgeleverd, met als bekendste fan de betreurde BBC DJ John Peel.




The Clash vs. Vampire Weekend


Zo kan het dus ook. De leden van Vampire Weekend hebben voor de lay-out gewoon naar hun eigen debuut gekeken; de link zit 'm in de titel. Sandinista! was de titel van de ambitieuze driedubbel-lp van The Clash, daarmee verwijzend naar de Nicaraguaanse marxistische guerrillabeweging met dezelfde naam. Het verhaal gaat dat een criticus beweerde dat Springsteens dubbel-LP The River veel beter zou verkopen en een veel grotere indruk zou maken dan 'de nieuwe' van The Clash, waarop Joe Strummer bedacht dan maar een heel ambitieuze driedubbel-lp uit te brengen. Dat er in de titel wordt verwezen naar de Sandinisten is niet meer dan normaal voor zo'n idealistische punkgroep. De leden van Vampire Weekend zijn hopeloos intellectueel, afkomstig van de poepsjieke Upper West Side van Manhattan, met liedjes over een Mansard Roof of een Oxford Comma op het repertoire. Hoe sjiek en hoeveel oud geld er ook rond mag gaan bij de bandleden, ik vermoed niet dat ze heel erg sympathiseren met de militante tegenhangers van de Sandinisten. Dat de titel dan ook vooral een eerbetoon is aan The Clash, blijkt wel uit de tekstuele verwijzingen in I Think Ur A Contra.




Sonny Rollins vs. Joe Jackson


Ik heb niet zoveel met de muziek van Joe Jackson (het is me iets te gesofistikeerd), maar qua eerbetoon is de hoes van Body And Soul werkelijk prachtig gedaan: tot het detail van de sigaret aan toe. Maar iedereen weet dat Jackson een fanatiek roker én een fervent tegenstander van het openbaar rookverbod is. En áls het Joe Jackson betreft, dan is Body And Soul wel een album met een flink aantal hits (Happy Ending, Be My Number Two, You Can't Get What You Want (Till You Know What You Want)) van de man. Jackson heeft z'n liefde voor de jazz nooit onder stoelen of banken gestoken en Sonny Rollins is één van de Heel Grote Namen uit de jazzwereld. Een saxofonist die zich op dit Blue Note album heeft omringd door nog veel meer topmuzikanten zoals Horace Silver, Thelonious Monk en Art Blakey. To name a few. Sonny Rollins, Vol. 2 is lang niet de bekendste of beste lp van Rollins, maar de hoes is, zoals alle hoezen van Blue Note, zowel typografisch als qua foto met blauw kleurenfilter heel stijlvol. Maar hoezeer Jackson z'n best ook heeft gedaan op een eerbetoon aan de hoes van Rollins, zo'n indrukwekkende lijst gastmuzikanten kan hij er toch niet bij vermelden.




Roxy Music vs. Sweet Apple


Bryan Ferry kwamen we hier al eerder tegen, nu is Roxy Music aan de beurt. De hoes van Country Life, met de schaarsgeklede fotomodellen Constanze Karoli en Eveline Grunwald, is omstreden en wordt in sommige landen (waaronder zelfs Nederland) verboden. Op de 'alternatieve' hoes zijn alleen planten te zien, wat de titel Country Life (de naam is afkomstig van een Brits tijdschrift voor het sjiekere plattelandsvolk) een andere dimensie geeft. Met alle ophef om de hoes zou je bijna vergeten dat het ook om de muziek gaat en dit album wordt algemeen beschouwd als één van de beste van artrock groep Roxy Music, ook al bevat het album slechts één échte hitsingle: The Thrill Of It All. De hoes van Country Life is vaak geparodieerd, onder andere door de Britse electro groep Ladytron, die zich ook nog eens naar een song van het titelloze debuutalbum van de Britse artrockers vernoemden, en door de groep Sweet Apple. Achter die naam gaat een samenwerking tussen J. Mascis, beter bekend als Dinosaur Jr. en Dave Sweetapple, bassist bij de groep Witch, schuil. Samen maken ze hevig door de jaren zeventig beïnvloede hardrock, met de potentie om hele arena's plat te spelen. Aldus de recensies.




Bruce Springsteen vs. Sesame Street


Van de muziek van Bruce Springsteen word ik altijd heel blij, van z'n doorbraakalbum Born To Run natuurlijk al helemaal. De hoes, waarop Springsteen op de schouder van E-Street Band saxofonist Clarence Clemons leunt, is iconisch (het betreft hier een klaphoes waarbij Clemons op de achterkant staat afgebeeld). Bruce Springsteen zou in latere jaren nog veel meer geweldige albums (The River, Born In The USA, The Rising) uitbrengen, maar Born To Run blijft z'n magnum opus. The Great Rock & Roll From Sesame Street is een compilatie van liedjes die in de Amerikaanse versie van Sesamstraat op zijn gevoerd. En qua titels doen de bewoners van deze wereldberoemde straat niet onder voor die uit het oeuvre van "Weird Al" Yankovic. Wat te denken van (I Can't Get No) Co-Operation door Mick Swagger & The Sesame Street Cobble Stones of Hey Food door Cookie Monster & The Sesame Street Beetles. Ook The Boss moet er in Sesamstraat aan geloven, met Born To Add, door Bruce Stringbean & The S. Street Band. Ik heb Born To Add nooit gehoord, maar ik heb geen enkele reden om te twijfelen aan de muzikale kwaliteiten van gitarist Bert en saxofonist Koekiemonster.




Blur vs. Gorillaz


Aangezien ik me heb voorgenomen geen Beatles hoesparodieën meer uit te lichten, moet ik hier smokkelen. De Best Of van Blur is duidelijk geïnspireerd op de hoes van de Beatles' Let It Be, eentje die ook al heel vaak is geparodieerd. Blur behoort samen met Oasis tot dé vaandeldragers van de Britpop van de jaren negentig. Zoals er in de zestiger jaren rivaliteit is tussen fans van de Beatles en de Rolling Stones, zo slaan Blur en Oasis fans elkaar in de jaren negentig de hersens in. In augustus 1995 komt het tot een hoogtepunt als de bands tegelijkertijd een single uitbrengen: Oasis komt met Roll With It, Blur met Country House. Wie zal op nr. 1 binnenkomen in de Britse hitlijsten? Blur wint. Terecht, maar het is een Pyrrhusoverwinning; Blur is verveeld geraakt met het traditionele Britpopgeluid en slaat een radicaal andere weg in. Blurzanger Damon Albarn richt rond de eeuwwisseling de Gorillaz op. Het is één van de vele zijprojecten (Mali Music, The Good The Bad & The Queen) waar Albarn deel van uit zal maken. Dat de Gorillaz een hoes parodiëren van Blur (en dus indirect de Beatles), is ironie. Oasis blijft tot het uiteenvallen van de groep in 2009 elke paar jaar dezelfde plaat uitbrengen. Met veel commercieel succes.




John Lennon vs. Guns N' Roses


Als je me het op de man af zou vragen, ik ben meer van Paul dan van John. Veel meer zelfs. Ik vind Lennons solocarrière overschat en Imagine een enorm sentimentele draak. Het album Some Time In New York City ken ik niet, de albumhoes ben ik bij toeval tegengekomen, toen ik op de wikipedia las over de hoes van G N' R Lies. Ik geloof niet dat het tot de hoogepunten uit het oeuvre van Lennon gerekend wordt, maar de dubbel-lp bezit met Woman Is The Nigger Of The World wel een klassieker. Of Axl Rose een fan is van de Beatles of John Lennon, geen idee. Voor hem is het album G N' R Lies in elk geval een tussendoortje, een stoplap, voor één helft bestaande uit een eerder uitgebrachte live EP, voor de andere helft bestaande uit akoestische opnames. Niet alleen het idee om een krant als hoes te gebruiken, lijken Axl Rose en consorten gekopieerd te hebben. Ook bij Guns N' Roses zijn de krantenkoppen songtitels. Maar de belangrijkste overeenkomst zit in de muziek. Want ook Some Time In New York City bestaat voor één helft uit studiowerk en één helft uit live opnames. Volgens de Engelstalige wikipedia berust dit allemaal slechts op toeval. Ik geloof er niks van.




Barbra Streisand vs. Barbra Streisand


Geen kwaad woord over Barbra Streisand. Ik ken namelijk één van Nêerlands' grootste Streisand fans. Hij heeft al haar albums, weet enorm veel van haar af en is (net als ik) ook nog eens op dezelfde dag jarig als het New Yorkse multi-talent. Maar volgens hem behoren de duet albums niet bepaald tot de hoogtepunten uit haar oeuvre. Ook het met Barry Gibb gemaakte Guilty vindt hij verschrikkelijk. Commercieel is het album echter een gigantische hit; inmiddels zijn er meer dan twintig miljoen exemplaren van verkocht, meer dan van elk ander Streisand album dan ook. Het album herbergt daarnaast twee enorme hits: Woman In Love en de titelsong (ooit nog es hilarisch gecoverd door Claudia de Breij en Karin Bloemen onder de titel Knelt 'Ie). Streisand is slim genoeg om het trucje jaren later te herhalen en in 2005 komt ze dan ook met een blauwdruk van haar monsterhit uit 1980: Guilty Pleasures (in Engeland heet het Guilty Too). Opnieuw werkt ze samen met Gibb en ook de hoes wordt overgenomen, waaruit blijkt dat het duo redelijk goed is geconserveerd. Het is wel bizar dat uiteindelijk Streisand zelf de hoes parodieert. Het origineel is zo cheesy dat je je afvraagt waarom het niet eerder is gedaan.




Bad Religion vs. NOFX


Het is punktijd. Ook ik heb een tijd gehad dat ik de betere skatepunk (Lagwagon, NOFX, Rancid) wel kon waarderen. Bad Religion is vooral in de jaren tachtig een grote naam in de punkscene, een groep die weliswaar nooit gigantische aantallen platen heeft verkocht, maar wel van grote invloed is geweest op de Californische punkwereld. Vooral dit derde album, Suffer, is een mijlpaal in het genre. Op de hoes een jongetje dat in brand staat, op de achterkant van z'n t-shirt het van Bad Religion zo befaamde crossbuster logo en hij draagt (ook heel punk) All Stars. De locatie is een nondescripte buitenwijk zoals er in Amerika zoveel zijn. Het is duidelijk: Bad Religion zet zich af tegen burgerlijkheid. De leden van NOFX zijn de lolbroeken in de punkscene, al zijn ze door de jaren heen steeds geëngageerder geworden. Zelfs hun kliekjesalbum 45 Or 46 Songs That Weren't Good Enough To Go On Our Other Records is erg genietbaar. Op die compilatie staat ook de (bijna volledige) Surfer EP. Die stamt uit 2001 en de hoes is een eerbetoon aan de punkhelden uit de jaren tachtig; tot een eigen variant van het crossbuster logo op de achterkant van het wetsuit aan toe. Persoonlijk mis ik de All Stars.




The Feelies vs. Weezer


The Feelies is een studentikoze groep die eind jaren zeventig opkomt in de levendige postpunkwereld van New York en omstreken (The Feelies komt uit New Jersey), Crazy Rhythms een typische jaren tachtig cultplaat, die populair is bij de critici (het eindigt in de eindejaarslijstjes tussen albums van Joy Division, David Bowie en de Rolling Stones). Het duurt vervolgens zes jaar voor de groep met een opvolger komt. Rivers Cuomo, zanger van Weezer, zal ongetwijfeld deze debuut-lp van The Feelies in gedachten hebben gehad als hij met z'n groep vrienden in 1994 debuteert onder de naam Weezer. Grappig genoeg geldt ook het debuut van Weezer als één van de belangrijkste cultplaten van de jaren negentig, het subgenre waar de groep van deel uitmaakt heet - vanwege het uiterlijk van de bandleden - nerdrock. Vanwege de blauwe achtergrond heet het album in de volksmond The Blue Album. Cuomo komt al snel met een opvolger, het jammerlijk geflopte Pinkerton, waarna Weezer in de vergetelheid raakt. Jarenlang wordt er niks van de groep vernomen, totdat er in 2001 een nieuw album is. Ook dit is weer een titelloze cd, maar vanwege de groene achtergrond wordt dit album The Green Album genoemd.




Chicago vs. Various Artists


Deze heb ik uit het geweldige boek 1000 Record Covers van Michael Ochs gehaald. In dat boek staan wel meer voorbeelden van hoesparodieën, maar geen één is zo geslaagd als deze. Bij Chicago zijn ze nooit bijster origineel geweest met albumtitels. Het moet wereldwijd zo'n beetje de enige band zijn die sinds het debuut in 1969 alle albums heeft genummerd. Saai hoor. Sinds het overlijden van het muzikale brein van Chicago, de gitarist Terry Kath die zich in 1978 per abuis door het hoofd schiet (Kath is een wapenfreak, zet tijdens een feestje voor de grap de loop van een pistool tegen z'n hoofd, zegt tegen de aanwezige gasten 'no, it's not loaded', laat ter verduidelijking de lege kamers zien en haalt vervolgens de trekker over, vergetend dat ie het pistool al heeft doorgeladen), is de muziek al even saai geworden met ballads zoals If You Leave Me Now, Hard To Say I'm Sorry en You're The Inspiration. Ten tijde van deze tweede lp, Chicago II, is het allemaal nog dik in orde. Op dit album is namelijk de klassieker 25 Or 6 To 4 te vinden. De compilatie-lp Burbank stamt uit 1972, is een uitgave van Warner Bros. en bevat werk van Tower Of Power, John Cale, T. Rex en Deep Purple. To name a few.




Leonard Cohen vs. Ween


Naar verluidt is Eindhoven de eerste Nederlandse plaats waar de Amerikaanse gitaargroep Ween voet aan de grond krijgt. Een muziekjournalist schijnt ooit geschreven te hebben dat het niet anders kán, omdat dit soort weirdos het blijkbaar altijd goed doet in mijn woonplaats. Ach, das war einmal. Op de cover van Weens tweede album The Pod staat bassist Mean Ween afgebeeld met een zogenaamde 'Scotchguard bong.' Ik ben er nog niet uit wat dat precies is, maar het schijnt door de bandleden gebruikt te zijn om grote hoeveelheden THC te inhaleren; iets dat wel weer bij de band past. The Pod wordt door de kenners gezien als het meest 'uitdagende' van de albums van Ween. Volgens allmusic.com schiet de muziek van speed metal naar country rock en dan weer naar psychedelische pop. Een zooitje. Het is de moeder van Dean Ween die The Best Of Leonard Cohen in de kast heeft staan. Daarop staat een indrukwekkende hoeveelheid klassiekers: Sisters Of Mercy, The Partisan, Bird On The Wire, Famous Blue Raincoat en natuurlijk Suzanne. Ze staan ook bijna allemaal (plus nog een hoop meer moois) op The Essential Leonard Cohen, waarmee deze lp, later naar cd overgezet, eigenlijk overbodig is geworden.




Robert Indiana vs. Rage Against The Machine


LOVE is een ontwerp van de Amerikaanse Pop Art kunstenaar Robert Indiana. Oorspronkelijk is het bedoeld voor een kerstkaart, maar later maakt Indiana er een beeldhouwwerk van. Het is inmiddels een icoon geworden en Indiana heeft het ontwerp vele malen gekopieerd, zodat er nu behalve in New York exemplaren in Philadelphia, Las Vegas, Shanghai, Lissabon, Singapore en Bisjkek staan. To name a few. Indiana heeft het principe vaker toegepast met woorden als EAT, HUG en - tijdens Obama's verkiezingscampagne in 2008 - HOPE. Rage Against The Machine is een alternatieve metalband die het met explosieve singles als Killing In The Name Of, Bombtrack en Bulls On Parade vooral in de jaren negentig erg goed doet. De bandleden zijn erg anti-overheid, revolutionairen die er communistische sympathieën op nahouden. Het heeft ze er niet van weerhouden om veel geld voor toegangskaartjes voor hun concerten te vragen. Renegades is een cover album uit 2000, als de populariteit van de groep al tanende is. De single (en hit) van dat album is Renegades Of Funk, een cover van Afrika Bambaataa. Maar het gaat bij deze parodie natuurlijk bovenal over de tegenstelling tussen LOVE en RAGE.




The Who vs. Uriah Heep


Zo rond 1970 is The Who één van de meest opwindende rockgroepen van Groot-Brittannië. De rock-opera Tommy is een groot succes en de groep vertrekt op een uitgebreide wereldtournee. Daar wordt in totaal een slordige tachtig uur aan live opnames gemaakt, maar om dat allemaal terug te gaan luisteren en er vervolgens een selectie uit te maken voor een live-lp, dat gaat de leden te ver. Om tijd uit te sparen, besluit The Who dan ook om op 14 en 15 februari nog twee keer op te treden, in respectievelijk Leeds en Hull. De opnames in die laatste plaats mislukken en dus wordt het concert van Leeds uitgebracht. Het wordt tegenwoordig gezien als één van de beste live-albums aller tijden, met songs als My Generation, Substitute en Summertime Blues. De hoes is gemaakt zoals bootlegs er rond die tijd vaker uitzien: een effen hoes met de naam van de band er op gedrukt. Dat idee is later vaak gekopieerd, bijvoorbeeld in 1974 door Uriah Heep (Live At Shepperton) en als Pearl Jam tijdens de tournee van 2000/2001 in een bizarre poging het uitbrengen van bootlegs tegen te gaan besluit om van elk concert een live-cd uit te brengen, zijn de hoezen nadrukkelijk geïnspireerd op The Who's Live At Leeds.




Barack Obama vs. Jello Biafra


Deze tekening van Barack Obama is gemaakt door Shepard Fairey en is inmiddels meer dan een miljoen keer geparodieerd. De afbeelding is symbolisch geworden voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2008. Jello Biafra is een rebel. Het type dat Obama nog veel te rechts vindt. Tijdens diezelfde verkiezingen is hij dan ook een hartstochtelijk supporter van Ralph Nader, de kandidaat van de Green Party. Eind jaren zeventig is Biafra frontman van punkrockgroep Dead Kennedys. In 1985 komt die groep in de problemen als aan de binnenkant van de lp-hoes van het album Frankenchrist het kunstwerk Penis Landscape (de naam zegt voldoende) wordt afgedrukt. Een jarenlang slepende rechtszaak is het gevolg, omdat dit soort obsceniteiten in puriteins Amerika not done zijn. Uiteindelijk wordt de groep vrijgesproken, maar dan zijn de Dead Kennedys al kapot geprocedeerd. Tegenwoordig maakt Biafra soloplaten en is hij actief als spoken word artiest. Toch is ook hij blij met de verkiezing van Obama, getuige een open brief die de zanger december 2008 aan de president schrijft. Nouja, een beetje. Want als je de hoes van dit album van Jello Biafra and the Guantanamo School of Medicine bekijkt, ga je daar toch aan twijfelen.




The Coral vs. The Coral


Eigenlijk is het zelfparodie. Het is dat er tussen deze twee albums acht jaar, vier albums en één compilatie zitten en dat al die albums hoezen hebben die een stuk minder psychedelisch ogen, anders had ik deze eruit gelaten. Maar het is tekenend dat dit uit 2010 stammende Butterfly House qua hoesontwerp zo nadrukkelijk lijkt op het succesvolle debuut (met de geweldige single Dreaming Of You) uit 2002. Rond die tijd is het uit Liverpool afkomstige The Coral even het muzikale snoepje van de week. De groep maakt vrolijke, zonnige en soms licht-psychedelische popliedjes zoals die in Liverpool en omgeving zoveel gemaakt worden. Het arbeidsethos van zanger James Skelly en zijn band is indrukwekkend: nog geen jaar later verschijnt het ook al zo leuke Magic And Medicine en tegen 2007 heeft de groep nog drie albums uitgebracht. Het succes is dan wel tanende, deels doordat die opvolgers telkens net even wat minder sterk zijn, deels doordat de Britse muziekwereld in de tussentijd in de ban is geraakt van groepen als Franz Ferdinand, Kaiser Chiefs en de Arctic Monkeys. Misschien dat Butterfly House, dat in veel recensies wordt vergeleken met dat o zo leuke debuut, daarom vooral wordt gezien als een nieuw begin.




Édouard Manet vs. Bow Wow Wow


Édouard Manet presenteert in 1863 het schilderij Le Déjeuner Sur l'Herbe in de Salon des Refusés, een soort Bal der Geweigerden, maar dan voor schilders die niet in de prestigieuze Paris Salon mogen exposeren. Voor de vrouw in het schilderij zouden twee bekenden van Manet model hebben gestaan, zowel z'n vrouw Suzanne Leenhoff als z'n favoriete model Victorine Meurent: ze heeft het lichaam van Leenhoff en het gezicht van Meurent. Een schandaal is geboren, al wordt Le Déjeuner Sur l'Herbe tegenwoordig toch echt wordt gezien als een vroeg voorbeeld van moderne kunst. Bow Wow Wow is één van de vele door Malcolm McLaren gemanagede bands (onder meer New York Dolls, Sex Pistols en Adam and the Ants). Veel minder succesvol dan de Pistols, maar toch weet McLaren met allerlei publiciteitsstunts ervoor te zorgen dat het door Afrikaanse muziek geïnspireerde Bow Wow Wow in de belangstelling blijft komen. En de groep scoort sporadisch een flinke hit, zoals Do You Wanna Hold Me, I Want Candy en Go Wild In The Country. Of de ep The Last Of The Mohicans een enorme klapper is geweest betwijfel ik, maar door Le Déjeuner Sur l'Herbe te kopiëren spelen ze zich wel in de kijker.




Rolling Stones vs. Scissor Sisters


Ik ben geen fan van de Rolling Stones, maar ook ik moet erkennen dat Sticky Fingers tot de hoogtepunten van de rockmuziek behoort. Zeker als je je realiseert dat op deze lp Wild Horses, Brown Sugar en Dead Flowers staan. Het is het album waarop de invloed van Gram Parsons hoorbaar is, misschien dat het daarom voor mij tot de betere platen uit het oeuvre van de Stones behoort. De hoes is natuurlijk legendarisch (en berucht); gemaakt naar een ontwerp van Andy Warhol bevat de originele hoes zelfs een échte rits. Scissor Sisters komt uit een heel ander muzikaal spectrum; de groep rond zanger Jake Shears is van de vrolijke en nogal gay popmuziek. Voordat Night Work verschijnt, hebben de bandleden achttien maanden aan een ander album gewerkt dat in z'n volledigheid is weggegooid wegens 'te slecht.' Vervolgens reist Shears naar Berlijn voor inspiratie voor een nieuw album. Overwerk dus, vermoedelijk ook nachtwerk. De hoesfoto is een eerbetoon aan Sticky Fingers en is gemaakt door Robert Mapplethorpe. Een controversiële fotograaf wiens werk bol staat van de homo-erotiek. Hij overlijdt in 1989 aan aids. Toevallig hebben de Stones in de jaren tachtig een album gemaakt met de titel Dirty Work.




Frank Zappa vs. The Justified Ancients Of Mu Mu


Over het album van Frank Zappa waarvan hier links de hoes is afgebeeld zijn boeken volgeschreven. Letterlijk. Ik heb er ooit een artikel voor KindaMuzik aan gewijd. Als Tipper Gore samen met andere verontruste Amerikanen halverwege jaren tachtig het Parents Music Resource Center (PMRC) opricht, is het doel om alle smerigheid in de popmuziek in te perken. Of anders de muziekindustrie onder druk te zetten om zelfregulerend te werk te gaan. Een van de artiesten die voor de commissie van het PMRC getuigt is Zappa. Hij vindt de commissieleden maar een stelletje zeikerds. Als wraak verwerkt hij geluidsopnames van de hoorzittingen in het nummer Porn Wars, afkomstig van het album Frank Zappa Meets The Mothers Of Prevention. The Justified Ancients Of Mu Mu is een pseudoniem van The KLF. Pioniers in de ambient, maar ook de ultieme lastpakken van de muziekindustrie. Zo schrijven ze het handboek The Manual (How To Have A Number One The Easy Way) (de mensen achters de Vengaboys zouden het gelezen hebben) en reiken - als tegenhanger van de prestigieuze Turner Prize - één miljoen Engelse pond uit voor het slechtste kunstwerk. En de link Porn Wars/Shag Times is zeker toeval?




Pink Floyd vs. The KLF


Waar waren we ook alweer gebleven? O ja, The KLF. Nogmaals, Bill Drummond en Jimmy Cauty zijn de lastpakken van de Britse muziekscene. Bij de uitreiking van de BRIT Awards van 1992 vuren ze geweren met losse flodders leeg op het publiek en op de after party dumpen ze een dood schaap. The KLF laat weten de muziekindustrie verlaten te hebben, ze deleten hun back catalogue en zeggen pas weer bij elkaar te komen als er wereldvrede is. Twee jaar eerder tekenen ze met Chill Out voor een merkwaardig album, opgebouwd rond het concept van een mythische reis van Texas naar Louisiana. Voor het album worden veel samples gebruikt, onder andere van Pink Floyd. Drummond laat weten bij de hoes van Chill Out geïnspireerd te zijn door de hoes van Atom Heart Mother. Een Pink Floyd album waarvan de hoes, een foto van Storm Thorgerson die niets beters weet dan het platteland op te fietsen en de eerste koe te fotograferen die ie tegenkomt (ze heet Lulubelle III), bekender is dan de muziek; pas later zou de groep met albums als Dark Side Of The Moon en Wish You Were Here een miljoenenverkoop halen. The KLF heeft overigens maar deels woord gehouden; in 1997 brengen ze onder de naam 2K nog de single ***k The Millennium uit.




Frank Sinatra vs. Tom Waits


Het in 1955 uitgebrachte In The Wee Small Hours geldt als een mijlpaal in de muziekgeschiedenis. Tot die tijd is het gebruikelijk dat albums enkel bestaan uit singles, aangevuld met wat restmateriaal. In The Wee Small Hours is een album dat echt als zodanig is bedoeld; de songs hebben eenzelfde thematiek en over de volgorde is goed nagedacht. Het belang van In The Wee Small Hours wordt benadrukt doordat het het oudste album is dat in het boek 1001 Albums van Robert Dimery wordt behandeld. The Heart Of Saturday Night is het tweede studio-album van Tom Waits. Hij heeft zich dan al gemanifesteerd als een typische nachtclubzanger, zo figureert op z'n debuutplaat de klassieker I Hope That I Don't Fall In Love With You. Waarmee de link overduidelijk is; beide zangers zijn typische nachtdieren, al zijn de verschillen evident. Zo is de straat bij Sinatra uitgestorven en knippert bij Waits nadrukkelijk het neonlicht van de uithangborden. En Waits lijkt net een tikkeltje ordinairder over te komen. Terwijl Sinatra met een sigaret in z'n hand verstild z'n (maffiose?) zonden zit te overdenken, staat Waits met een peuk in z'n mond een tikkeltje uitdagend te wachten terwijl een dame met een flink décolleté toekijkt.




Daft Punk vs. Jamaica


Daft Punk is één van de weinige dance acts waarvan ik een cd in de kast heb staan. Reden waarom ik dit duo wel dig is dat ze vaak net even wat spannender en verrassender zijn dan andere dance acts en ze daarmee meteen een klasse beter zijn dan de Chemical Brothers, Faithless of Underworld. Vooral het debuut Homework (met bijna hits als Around The World, Da Funk en Revolution 909) is onovertroffen. Daft Punk is de laatste jaren helaas minder platen gaan maken en zich meer met films gaan bezighouden (Interstella 5555, Daft Punk's Electroma). Jammer, want ik denk dat ze in de dance beter op hun plaats zijn en ik vermoed dat de compilatie Musique Vol. 1 1993-2005 is bedoeld om wat tijd te vullen. Jamaica maakt muziek die meer richting Phoenix (allebei ook Franse bands) gaat dan Daft Punk. Het album No Problem is zomer 2010 eventjes heel kort heel hip, wat mede zal komen doordat het is geproduceerd door de ene helft van het zomer 2007 eventjes heel kort heel hip zijnde Justice. Zo gaat dat tegenwoordig in de Franse dancemuziek. Het schijnt dat veel van die producers, DJ's en groepen elkaar ook kennen. Vermoedelijk maken ze ook gebruik van dezelfde hoesontwerper.




Bob Dylan vs. Rowland S. Howard


Eerder heb ik al geschreven dat het opvallend is hoe weinig hoezen van Bob Dylan zijn geparodieerd. Dat het dan gebeurt en wel met een hoes van een album uit de fameuze, maar toch niet al te high profile Bootleg Series is merkwaardig. "Royal Albert Hall" staat niet voor niets tussen haakjes; het concert vond in 1966 plaats in Manchester, maar op bootlegs die sindsdien zijn verschenen werd altijd vermeld dat het in Londen had plaatsgevonden. Het is het concert waarbij een boze toeschouwer 'judas!' naar Dylan riep omdat hij niet langer akoestisch wenste te spelen. Met recht een keerpunt in de rockmuziek. Ik ken Rowland S. Howard niet, maar dat ligt aan mij. Hij heeft meegespeeld met The Birthday Party en dat is toch de band waar Nick Cave ooit in is begonnen. Z'n biografie bekijkend heeft ie voor en na z'n tijd bij The Birthday Party een karrenvracht aan bands versleten: The Boys Next Door, The Obsessions, Honeymoon In Red, Nikki Sudden And The Jacobites, These Immortal Souls. Zo onsterfelijk is Howard niet gebleken, hij overlijdt december 2009 op vijftigjarige leeftijd aan leverkanker. Het album Pop Crimes is twee maanden voor z'n dood uitgebracht.




Pet Shop Boys vs. Hurts


Eigenlijk kan Hurts op hun debuut niets goed doen. Dat is aan henzelf te danken. Kijk alleen al naar dat design: ze ogen alsof ze rechtstreeks uit een reclame van Tom Ford zijn weggelopen en het lettertype waarin de bandnaam is afgebeeld, schrééuwt Giorgio Armani. Bovendien zien ze eruit als de broertjes Bros, die eind jaren tachtig even heel populair waren in Engeland. En dan die muziek; zwaar overgeproduceerde synthpop in de beste traditie van de Human League, Depeche Mode en Visage, maar bovenal de Pet Shop Boys. Maar waar Neil Tennant en Chris Lowe in elk geval tot hun magnum opus Very nog deden alsóf ze hetero waren, doen ze bij Hurts nergens moeilijk over: dit is allemaal overduidelijk gay. Geeft niks, maar de Pet Shop Boys hebben dan tenminste betere teksten, luister alleen al naar de geweldige songs King's Cross, What Have I Done To Deserve This? en Rent. Ze staan alle drie op Actually. Ik wil niet te negatief overkomen; de singles Wonderful Life (een knipoog naar de gelijknamige single van de Britse jarentachtiggroep Black?) , Stay, Sunday en Better Than Love zijn geweldig. Trouwens, wie ben ik? Happiness is in 2010 wereldwijd het bestverkochte debuutalbum van het jaar.




Joy Division vs. Surfer Blood


Joy Division is een groep met een dermate legendarische status, daar mag je geen kwaad woord over zeggen. Ik doe het toch. Ik vind de groep een tikkeltje overschat. Natuurlijk, Love Will Tear Us Apart, She's Lost Control, Digital, Transmission - het zijn allemaal geweldige songs. Maar om nu te zeggen dat ik er echt enthousiast van word: nee. Het album Unknown Pleasures is vooral na Curtis' ontijdige overlijden in 1980 uitgegroeid tot een cultklassieker. Hetzelfde geldt voor de hoes die de signalen van de eerst ontdekte pulsar weergeeft (het staat later trouwens ook op veel T-shirts). Voor de liefhebbers, het betreft de pulsar PSR B1919+21. Dat u het weet. (Voor meer over pulsars: zie wikipedia.) De groep Surfer Blood komt uit Florida en debuteert in 2010 met het erg leuke album Astro Coast. Een jaar ervoor heeft de groep al de positief ontvangen single Swim uitgebracht. Surfer Blood is eigenlijk in alles het tegenovergestelde van Joy Division: vrolijk, zonnig en met harde, een tikkeltje overgeproduceerde gitaren. Om voor de hoes van de 7" single dan ook een negatief (of positief) van de hoes van Unknown Pleasures te nemen is geestig; zeker als de weergave van de pulsar - de titel indachtig - is veranderd in golfjes.




Miles Davis vs. You Am I


Ik heb hier al eerder geschreven dat hoezen van Blue Note vaak geparodieerd zijn. Terecht, want het zijn typografisch bijzonder mooie lp's. Deze Miles Davis-lp is één van ontelbaar vele compilaties die tijdens Davis' leven alleen al zijn verschenen. In de volksmond heet ie ook wel Miles Davis All Stars, vanwege de niet misselijke muzikanten die Davis hier omringen: J. J. Johnson (trombone), Jackie McLean (altsaxofoon), Art Blakey (drums) en Kenny Clarke (drums). Dit uit het Australische Sydney afkomstige You Am I zegt mij niet veel, maar dat komt doordat ze in Nederland nooit een (alternatieve) hit hebben gehad. Aangezien hun album Hi Fi Way in 2010 op nummer 8 eindigt in een lijst van The 100 Best Australian Albums zijn het geen kleine jongens. Er staat zelfs een tweede album van You Am I in die lijst, maar dit Sound As Ever ontbreekt. Het is echter wel de plaat waarmee deze groep in 1993 debuteert en is geproduceerd door Lee Ranaldo (ook wel bekend van Sonic Youth). Volgens een recensent van Allmusic kan frontman Tim Rogers 'schreeuwen als Kurt Cobain' en had elk radiostation indertijd de single Berlin Chair moeten draaien. Ik geloof niet dat dit toen is gebeurd.




Alexander Rodchenko vs. Franz Ferdinand


Bij de Schotse groep Franz Ferdinand kennen ze hun klassiekers. Allereerst hebben ze zich vernoemd naar de Oostenrijkse aartshertog die in 1914 in Sarajevo wordt vermoord en wat de aanleiding van de Eerste Wereldoorlog vormt, maar ook wat de ontwerpen van hun hoezen betreft hebben ze zich al vanaf hun allereerste single Darts Of Pleasure duidelijk gericht op een eigen stijl. Een stijl die hevig is geïnspireerd door het constructivisme zoals dat in de eerste decennia van de twintigste eeuw in Rusland in zwang is. Ze gingen echter nooit zover als met dit eerbetoon aan de beroemde poster van de Russische ontwerper Alexander Rodchenko (hij ontwerpt ook het filmaffiche van de legendarische film Pantserkruiser Potemkin). Op het affiche is Lilya Brik afgebeeld, door dichter Pablo Neruda omschreven als de muze van Russische avantgarde. Ze inspireert niet alleen Rodchenko, maar ook de dichter Vladimir Majakovski. Brik pleegt in 1978 op 86-jarige leeftijd zelfmoord, als ze door een val aan haar bed gekluisterd is. Overigens is Franz Ferdinand zeker niet de eerste die deze poster parodieert; Mike & The Mechanics doet het ook met de hoes voor het album Word Of Mouth.




The Smiths vs. Low


The Smiths is het titelloze debuut van de legendarische Britse gitaargroep rond Morrissey en Johnny Marr. De foto op de hoes is een still van acteur Joe Dallesandro uit de film Flesh van regisseur Paul Morrissey (voor zover ik weet geen familie). Het album slaat in als een bom en dat komt vooral door de song Reel Around The Fountain, vanwege de tekst die over kindermisbruik gaat. Het is dat latere albums nóg beter zijn (The Queen Is Dead wordt vaak genoemd als beste album van de jaren tachtig) waardoor het debuut in de vergetelheid raakt. Low is een uit Duluth, Minnesota afkomstig trio dat ultratrage muziek brengt, ook wel slowcore genoemd. De groep brengt in 2001 Last Night I Dreamt That Somebody Loved Me op single uit. De hoes is een duidelijk eerbetoon aan de hoes van het debuut van The Smiths, maar opvallend genoeg is de song niet afkomstig van dat album, maar juist van hun zwanenzang Strangeways, Here We Come. De cover staat later ook op de compilatie A Lifetime of Temporary Relief: 10 Years of B-Sides and Rarities. In het bijhorende boekje schrijven ze over hun versie 'sommigen zullen hier hun neus voor ophalen. Na dit is niets meer heilig.' Ze hoeven zich nergens voor te schamen.




Jacques-Louis David vs. Cold Chisel


Je hebt geëngageerde kunstenaars en je hebt geëngageerde kunstenaars. En dan heb je Jacques-Louis David. In het begin van zijn carrière een gevierd artiest in de aristocratische kringen, tijdens de Terreur een groot aanhanger van Maximilien Robespierre en de Jacobijnen en na de val van dat bewind weer even snel aansluitend bij ene Napoleon Bonaparte. Om te stellen dat David wat opportunistisch te werk gaat is een understatement. David levert met De Dood van Marat zijn beroemdste meesterwerk af. Geschilderd als hij mede-revolutionair Jean-Paul Marat bij een bezoek vermoord in bad aantreft. Marat is omgelegd door Charlotte Corday, een andere revolutionair die Marat ziet als de personificatie van de Terreur. Vier dagen na de moord op Marat eindigt Corday onder de guillotine. De Australische groep Cold Chisel neemt in 1979 en 1980 in Woolloomooloo (die naam wil ik even vermeld hebben), een wijk in Sydney het album East op. Volgens The 100 Best Australian Albums is die lp een goddelijke zwarte komedie waarvan de track Star Hotel, over de rellen nadat het hotel met die naam wordt gesloten, het hoogtepunt is. Een album met een revolutionaire thematiek. Vandaar dus de hoes.




Jackson Browne vs. Meet Citizen K


Ik ken Meet Citizen K niet. Ik weet ook niet hoe ik deze albumhoes op het spoor ben gekomen, maar na enige research ben ik er achter gekomen dat achter deze naam de Zweedse multi-instrumentalist (langs Scandinavische winters, dus alle tijd om al die instrumenten te leren bespelen) Klas Qvist schuil gaat. Z'n moeder zou het bed gedeeld hebben met Frank Zappa, Brian Jones, George Harrison, Dennis Wilson, Gene Clark, Keith Moon en John Phillips. Ah. Jackson Browne ken ik natuurlijk wel. Ik heb hem lang beschouwd als de archetypische Californische singer-songwriter die geobsedeerd is met maar één onderwerp: zichzelf. Ik heb Browne in 2010 live zien optreden in Stockholm. Dat was erg goed en ook zijn compilatie komt zo nu en dan wel in de cd-speler terecht, maar echt een fan wil ik mezelf nog altijd niet noemen. Deze lp, de hoes is een parodie op een waterzak, is eigenlijk titelloos, maar de tekst bovenaan is lange tijd voor albumtitel aangezien. De verwarring is voorzien en bijna reden voor Brownes platenlabel Asylum Records om dit hoesontwerp te veto'en. Het is niet gebeurd, maar ook tegenwoordig denken nog veel fans dat dit album Saturate Before Using heet. Bekendste song op deze lp: Doctor My Eyes.




Seals & Crofts vs. Flight Of The Conchords


'Nieuw-Zeelands' vierde populairste folkparodie duo.' Met die veelbelovende tagline breken Jermaine Clement en Bret McKenzie ergens halverwege de jaren nul door. Althans, met de droogkomische serie over de pogingen van dit uit Wellington afkomstige tweetal om voet aan de grond te krijgen in New York. Het is een cultsucces; vooral omdat ze voor geen meter vooruit komen, enkel op promotiefeestjes voor Nieuw-Zeeland optreden en slechts één (bloedfanatieke) fan hebben. Elke aflevering kent wel een paar memorabele liedjes. Persoonlijke favorieten op deze lp: Rambling Through The Avenues Of Time, een pastiche op Peter Sarstedts Where Do You Go To My Lovely? en de electro parodie Fashion Is Danger. De hoes is dermate cheesy dat het wel een parodie moet zijn: op de mij volstrekt onbekende lp Summer Breeze van het uit Texas afkomstige softrock duo Seals & Crofts. Het duo scoort in de jaren zeventig acht Amerikaanse Top 40 hits waarvan de titelsong van deze lp de eerste en grootste is. Buiten de Verenigde Staten is de groep minder populair, in Nederland komen drie singles niet verder dan de Tipparade. Vermoedelijk zijn ze in Nieuw-Zeeland succesvoller geweest.




Sonic Youth vs. The Twilight Sad


Sonic Youth. Helden van de alternatieve New Yorkse gitaarscene. Ik stel me voor hoe de cultuursnobs van de Big Apple vanaf begin jaren tachtig elke paar jaar heel verantwoord een nieuw album van Thurston Moore, Kim Gordon en consorten omarmt ('have you heard the new Sonic Youth? Ow, it's so fantastic!'). Goo is in 1990 het eerste album dat op het grote label van platenbaas David Geffen verschijnt. De platenhoes bevat een tekening van Raymond Pettibon die is gebaseerd op een foto van Maureen Hindley en David Smith, getuigen in een geruchtmakende moordzaak uit de jaren zestig die bekendstaat als de Moors Murders. De Schotse groep The Twilight Sad brengt in 2008 een ep uit met de titel ...Killed My Parents And Hit The Road. De tekening op de hoes is een eerbetoon aan Sonic Youth. Op dit album ook een cover van The Smiths. Grappig, gezien Smiths-zanger Morrissey's obsessie met de Moors Murders. Als The Twilight Sad in Amerika optreedt en Moore komt kijken, zijn de bandleden bang dat als hij de albumhoes bij de merchandise stand ziet liggen hij de groep voor de rechter zal dagen, maar vooralsnog komen ze er mee weg: The Twilight Sad heeft nog geen dagvaarding ontvangen.




Guns N' Roses vs. Shoes


Het betreft hier niet de Nederlandse groep uit de sixties en seventies (grootste hits: Na Na Na, Don't You Cry Girl en Osaka) die ooit begonnen onder de naam The White Shoes en nog steeds op schijnt te treden (met of zonder Shoes-lid Theo van Es (Theo Vaness) die eind jaren zeventig zelfs een Amerikaanse hit heeft met z'n solo-lp I'm A Bad Bad Boy). Wel betreft het hier een platenlabel en Shoes Your Illusion Volume I And II bevat al dan niet radicale bewerkingen van klassiekers uit de jazz, soul, funk en disco. De hoes is een vrijwel exacte kopie van Guns N' Roses' Use Your Illusion II; er is niet eens moeite gedaan om de tekening te veranderen. Use Your Illusion II is het iets mindere broertje van de klassieker Use Your Illusion I. Iets minder, omdat op deel 2 dan wel Don't Cry, You Could Be Mine en Knockin' On Heaven's Door staan, maar die ultieme klassieker November Rain ontbreekt. Beide delen zijn een groot succes, maar Guns N' Roses raakt hierna al snel in verval. Opvolger is het coveralbum The Spaghetti Incident? en vervolgens duurt het exact vijftien jaar voordat Axl Rose en consorten in 2008 met Chinese Democracy komen. Tegen die tijd is Guns N' Roses allang een parodie op zich geworden.




Pulp vs. Ed Byrne


Common People is de sleutelplaat van de Britpop. Oasis, Blur, The Verve, Suede, Supergrass: het zijn allemaal grote namen die halverwege jaren negentig in Groot-Brittannië hit na hit weten te scoren, maar Pulp heeft de beste teksten. Dankzij Jarvis Cocker, chroniqueur van het Sheffieldse leven. In Nederland is Disco 2000 de grootste hit. Ook leuk, maar het is Common People dat in het thuisland in 1995 de grote doorbraak betekent. Pulp is op dat moment al zeventien jaar aan het rommelen in de marge, maar de single over een Griekse kunststudente met rijke ouders die wil leven als een normaal Brits persoon raakt een snaar. Omdat Cocker wrang opmerkt dat het meisje in kwestie nooit zou kunnen leven als common people. Want op het moment dat haar leven ontspoort, dan zou ze altijd haar rijke papa achter de hand hebben. Die ontsnappingsmogelijkheid hebben common people niet. Het bijhorende album Different Class is een klassieker. Ed Byrne is een succesvolle Britse comedian. Daarvan zijn er veel, maar als ik eerlijk ben vind ik ze nooit echt goed. Bijna tien jaar na Common People werpt Arctic Monkeys zanger en stadsgenoot Alex Turner zich op als kenner van het leed van de Britse middenklasse.




Nick Cave vs. Cold Cave


Ik ben er niet zeker van of de hoes van Cold Cave's Cherish The Light Years is geïnspireerd door Tender Prey, of dat het z'n debuutalbum From Her To Eternity is. Bij beide albums staat de naam van de Australische zanger in grote rode schreefloze letters bovenaan de hoes. En allebei zijn het klassiekers. Cave is een bijzonder geval. Wildeman en junkie, muzikant en schrijver, onbegrepen in thuisland Australië speelt hij met zijn geweldige begeleidingsband The Bad Seeds een indrukwekkend oeuvre bij elkaar. In de jaren negentig raakt hij in rustiger vaarwater, neemt voor het album Murder Ballads zelfs een duet op met Kylie Minogue en transformeert tot brave huisvader die elke dag van 9.00 uur 's morgens tot 17.00 uur 's middags in een kantoor in Londen aan z'n liedjes werkt. De kwaliteit van zijn werk lijdt er niet onder; de man blijft immens populair. Cold Cave is het project van de Amerikaan Wesley Eisold. De muziek wordt omschreven als een mix van darkwave, noise en synth pop. Het is een lievelingetje van Pitchfork, maar dat ben je sowieso bij de muziekbloggers als je vanuit immer hip New York opereert. Wie de dame op de hoes is, is onbekend, maar de link met Cave is evident.




Saturday Night Fever vs. Boston Pops Orchestra


De hoes van Saturday Night Fever is vele malen geparodieerd. Een snelle speurtocht op internet levert onder andere Sesame Street Fever, Hassidisc Fever en Disco Jews op, maar het totale aantal ligt vermoedelijk nog veel hoger. Ik kies voor deze parodie van het Boston Pops Orchestra omdat ik de hoes bij toeval tegen kwam op een reclame in de metro van Boston. Arthur Fiedler is de dirigent van dit orkest dat klassieke muziek populair maakt met diverse parodieën. Critici vinden het allemaal wel erg lichtvoetig wat Fiedler doet, maar het orkest is uiterst succesvol. Dat hij gewaardeerd wordt blijkt uit de toekenning van de Medal of Freedom in 1977. Saturday Night Fever is dé filmhit uit het discotijdperk en de bijhorende soundtrack staat 24 weken bovenaan de Amerikaanse hitlijsten. In het Verenigd Koninkrijk staat het  album slechts achttien weken op nr. 1. Wereldwijd staat de teller inmiddels op meer dan veertig miljoen verkochte exemplaren; enkel de soundtracks van The Bodyguard en Dirty Dancing zijn nog succesvoller. Wat wil je ook, met klassiekers als Stayin' Alive, You Should Be Dancing, Night Fever en Jive Talkin' van de Bee Gees en, een persoonlijke favoriet, Yvonne Ellimans If I Can't Have You.




The Byrds vs. The Reaction


Eindhoven boppe. The Reaction is een lokale band die zich hevig heeft laten inspireren door sixties beatmuziek. April 2012 brengen ze onder de titel Action with the Reaction deze plaat uit met zes tracks die bol staan van de vuige beat. Denk Q65, The Pretty Things, The Kinks, The Small Faces en The Who. Foto's die psychedelisch aandoen zijn in de jaren zestig erg geliefd bij ontwerpers van lp-hoezen; denk aan de Beatles' Rubber Soul, Between the Buttons van The Rolling Stones of Bob Dylans Bringing It All Back Home. De hoes van The Reaction is echter duidelijk geïnspireerd op de hoes van The Byrds' debuutalbum Mr. Tambourine Man. Het is een album met een handvol klassieke tracks, zoals I'll Feel a Whole Lot Better, All I Really Want to Do, Chimes of Freedom en de titeltrack, al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat het hier allemaal Dylancovers betreft. Op latere albums komen de bandleden met meer eigen composities, zoals Eight Miles High, Mr. Spaceman en So You Want to Be a Rock 'n' Roll Star. The Byrds zijn meer folkrockers dan typische beatjongens, dus de keuze om juist deze hoes te parodiëren is wat vreemd, maar het is zonder meer een icoon van de jaren zestig.




Kiss vs. Furr


Deze komt uit het geweldige boek The Worst Album Covers in The World. Deel 2, dat vreemd genoeg leuker is dan Deel 1. Ik ken Furr niet, maar kan aan de hand van deze lp-hoes wel concluderen dat de groep niet bepaald over heeft gelopen van eigen ideeën (al zijn die glimmende laarzen best kinky. Of Duits). Ik kan sowieso niet veel meer informatie op internet vinden dan dat het album uit 1977 stamt, dus ik vermoed dat Furr geen glansrijke carrière heeft gehad. Dat zit wat anders met Kiss, legendarische rockers die in 1979 wereldhits scoren met I Was Made For Lovin' You en Sure Know Something. Per ongeluk, want de singles hebben meer gemeen met disco dan met rockmuziek en de fans weten de career move niet te waarderen. Die horen liever de hits van dit klassieke album zoals Beth, Detroit Rock City en Shout It Out Loud. De hoestekening is afkomstig van Ken Kelly, die ook Tarzan en Conan the Barbarian heeft getekend en tevens hoezen heeft ontworpen voor Rainbow en Warrior. Erg jaren zeventig dus. En erg rock. Mooi weetje: er rust copyright op de make-up van de leden van Kiss, dus wee de artiest die net als Paul Stanley als sterrenkind het podium wil betreden. Of dat ook geldt voor Furr weet ik niet.




Television vs. Japandroids


Soms twijfel je over een copycat. Dit is zo'n geval: foto op een zwarte achtergrond, bandnaam boven en albumtitel onder de foto, beiden in strakke, schreefloze letters. September 2012 was ik in de gelegenheid om Japandroids te interviewen voor KindaMuzik, dus stelde ik de vraag. Ik beperk me hier tot het antwoord van de allervriendelijkste zanger/gitarist Brian King: 'Het gaat ons niet om het kopiëren van de hoes van Marquee Moon. Het gaat ons om een bepaalde stijl van eind jaren zeventig en begin jaren tachtig in de punkrock en de postpunk die vooral in de scene van New York populair was, een stijl van hoe een band zichzelf presenteerde: heel simpel en rechttoe rechtaan. (...) Het gaat erom geen groter statement te maken dan 'hier is de band, zo zien ze eruit, dit is de naam van de band en hier zijn de songs.'' Aha, de link is er dus wel, maar niet opzettelijk. Overigens verschillen Television en Japandroids muzikaal nogal van elkaar. Japandroids is een Canadees duo dat geweldige rock speelt en kan buigen op een fantastische live reputatie. Television heb ik in 2004 gezien op een festival in Den Haag en in weerwil van alle loftuigingen: het eindeloze gitaargefröbel kan me niet boeien. Dat ligt vast aan mij.




John Cage vs. Sharon Van Etten


Brooklyn is ground zero voor alternatieve muziek. The National, Yeasayer, Sleigh Bells, Battles, Grizzly Bear, TV on the Radio en MGMT gebruiken allemaal de New Yorkse borough als uitvalsbasis. Het stadsdeel ademt muziek; hipsterblog Pitchfork is er gevestigd. Toen ik voorjaar 2012 op vakantie was in New York kwam ik terecht bij Sound Fix, een platenzaak in Brooklyn. Ik hoorde er Sharon Van Etten, een singer-songwriter die ik eerder enkel van naam kende. Haar album Tramp is prachtig. Het resultaat van diverse vriendendiensten; in een stadsdeel waar zoveel mensen actief zijn in de muziek is altijd wel iemand te vinden die wil helpen met de opname van je album, of die je een slaapplaats aanbiedt omdat je de huur op hebt gezegd om geld uit te sparen. Geld dat je hard nodig hebt als muzikant; van de platenverkoop alleen kan je niet leven. De titel Tramp verwijst naar de tijd dat Van Etten geen eigen woning heeft, maar de teksten handelen over Van Ettens angsten en onzekerheden. Pas later ben ik de hoes van John Cale's Fear tegengekomen en de overeenkomst is overduidelijk. Bij een volgende draaibeurt van Tramp viel m'n oog op een korte mededeling op de hoes: 'For John Cale.'




Eagles vs. The Killers


Ach, de Eagles. Het is niet muzikaal correct om ze goed te vinden, maar ik heb een zwak voor Don Henley, Glenn Frey en consorten. Hotel California is dé albumklassieker, niet vanwege het titelnummer (al is het een van de weinige liedjes uit de allerhoogste regionen van de Top 2000 die ik nog aan kan), The Last Resort is veel mooier. Het probleem is dat de Eagles de personificatie zijn van de doorgesnoven Californische westcoastscene. Frey en Henley gedragen zich eind jaren zeventig als verwende rockkleuters die zelfs niet meer in dezelfde staat willen zijn als ze een lp opnemen. Sterker, ze zouden pas weer bij elkaar komen 'when hell freezes over.' Dat gebeurt in 1994; onder druk van de commercie worden alle principes vloeibaar. Niettemin, topgroep in het genre westcoastpop. The Killers brengen sinds 2006 ieder jaar een kerstsingle uit voor het goede doel. Echt grote hits heeft het nog niet opgeleverd (al is Don't Shoot Me Santa een bescheiden klassieker), maar met inmiddels acht songs is het wachten op de obligate kerst-cd. Ik gok voor die release op 2015. Overigens, ik pleit voor meer foto's van palmbomen op albumhoezen.




Willie Nelson vs. Phosphorescent


De naam Lefty Frizzell zal in Nederland enkel bij de grootste countryfans bekend zijn, maar hij is opgenomen in de Amerikaanse Country Hall Of Fame en is van grote invloed geweest op veel bekendere muzikanten als Merle Haggard, Roy Orbison, John Fogerty en George Jones. Drank en roem eisen z'n tol; hij overlijdt in 1975 op 47-jarige leeftijd aan een beroerte. Ook Willie Nelson roemt de zanger, hij neemt in het overlijdensjaar van Frizzell tien covers op en brengt die twee jaar later uit onder de titel To Lefty from Willie. Ook de invloed van Nelson is niet te onderschatten. Al is het maar vanwege z'n imago als outlaw en z'n politieke engagement; hij zet zich in voor homorechten, duurzame energie en de legalisering van marihuana. Phosphorescent is de naam waaronder de Amerikaanse singer-songwriter Matthew Houck z'n muziek uitbrengt. Hij neemt in 2009 een eerbetoon aan Nelson op met elf songs van de zelfverklaarde outlaw. De titel is even eenvoudig als veelzeggend: To Willie. Gelukkig is de aanleiding niet het overlijden van Nelson. Die leeft nog en woont in hippieparadijs Maui, Hawaii.




Neil Young vs. Bonnie 'Prince' Billy


Jaren geleden hoorde ik eens over een groepje vrienden die vonden dat muziek alleen goed kan zijn 'als die technisch perfect is gespeeld'. Ik schoot in de lach toen ik die pretentieuze nonsens hoorde en wierp tegen dat Neil Young dus niet goed kan zijn. Dat vonden ze inderdaad. Daarmee waren we uitgepraat. Hoewel Young eigenzinnig en grillig genoeg is om niet meteen fan van te worden, hij is briljant en z'n invloed is onmiskenbaar groot. Niet alleen in de wereld van de americana, ook de grunge is schatplichtig aan Young. Tonight's The Night is een rauw album, opgenomen nadat de zanger kort na elkaar zowel gitarist Danny Whitten als roadie Bruce Berry aan een overdosis drugs had verloren. Bonnie 'Prince' Billy is de artiestennaam van Will Oldham, Amerikaans singer-songwriter en niet onverdienstelijk acteur (hij speelt mee in arthousehit Old Joy). Billy heeft dezelfde DIY-mentaliteit als Young, brengt met gemak meerdere albums per jaar uit en wisselt achteloos van folk naar pop naar rock naar country. En dan is er nog die onvaste stem, die soms tegen het valse aanzit. Technische perfectie is voor watjes.




Minor Threat vs. Rancid


We hebben het hier al over NoFX gehad en hoe de Californische skatepunkers eer betoonden aan hun helden Bad Religion. Rancid betoont met de hoes van ...And Out Come The Wolves eer aan Minor Threat. Het is het bekendste album van de skapunkers, en met de meeste klassiekers: Olympia WA., Ruby Soho, Roots Radicals en Time Bomb. Het is een beetje potsierlijk van Rancid om zich te positioneren naast Minor Threat, die je rustig de grondleggers van de hardcore punk mag noemen. Met de song Straight Edge wordt niet alleen een klassieker in het genre (speelduur: 46 seconden) opgenomen, het wordt de naam van een hele alternatieve beweging: geen drank, geen tabak en geen drugs. Zanger Ian McKaye geldt als het eer en geweten van de band. De groep gaat in 1983 al uit elkaar en McKaye speelt in diverse bands. Fugazi is daarbij het meest belangwekkend. De melodiearme maar o zo opwindende punkrock heeft plaatsgemaakt voor een rijker muzikaal palet, het engagement is gebleven. In 2001 brengt de groep The Argument uit, een prachtalbum. Sinds 2003 is de groep 'on hiatus'. Alsjeblieft Fugazi, kom terug.



In voorbereiding


René Magritte vs. Jackson Browne - Late For The Sky (Magritte is vaker geparodieerd, ook door Gary Numan)
Rolling Stone Magazine vs. Smoke DZA (Rolling Stoned)
Big Brother & The Holding Company (Robert Crumb) vs. KTSA 21 All Time Golden Hits, Volume Two (William Vinson)
Minor Threat vs. Rancid
Robin Thicke (Blurred Lines) vs. De Kraaien (Dat Gepijpzeik)
Candi Staton (Candi Staton) vs. Jessica Pratt (Jessica Pratt)
The Smiths (Rank) vs. Daryll-Ann (Renko)
The KLF (The White Room) vs. Scooter (The Stadium Techno Experience)
Reservoir Dogs (soundtrack) ?

Tips of aanvullingen? Mail me.