Stockholm zal niet bovenaan staan in het rijtje 'leuke steden voor een (lang) weekendje weg.' En dat is jammer, want na de meer obligate (en ook geweldige) steden als Londen, Parijs, Berlijn, Rome en Praag is Stockholm echt een geweldig leuke stad. Dat wil zeggen: je moet het weten. Ik wilde al tijden een keer naar Scandinavië (en dan het liefst Zweden) en bij gebrek aan auto en rijbewijs is een stedentrip dan toch het handigste. Het leuke aan Stockholm is dat er verrassend veel te doen is, maar dat het qua afstanden ook goed te belopen is. Je hebt een geweldig leuk oud centrum (Gamla Stan), mooie gebouwen (het Stadshuset), er zijn hippe buurten die de moeite waard zijn (Östermalm, Södermalm) en excursies naar het paleis van Drottningholm en de Stockholm Archipel zijn eenvoudig te regelen. En vooruit, je kan er ook verdomd goed winkelen, al is dat - tja, het blijft Scandinavië - wat duur. En Zweden spreken prima Engels, dus je kan je er goed verstaanbaar maken, ook als je na de standaard (en schattige) begroeting ('hej!') even met je mond vol tanden staat.





Gamla Stan is de oude stad van Stockholm. De plek waar in de dertiende eeuw Stockholm werd gesticht, al werd het eiland al twee eeuwen daarvoor bewoond. Kern van Gamla Stan is Stortorget, het plein waar onder andere de Zweedse Academie is gevestigd, verantwoordelijk voor de toekenning van vijf van de zes Nobelprijzen. Niet toevallig is in het pand ook het Nobelmuseet gevestigd; een klein, maar erg interessant museum. En vergeet Chokladkoppen, het café in het rode huis op de kleine foto hieronder niet; ze hebben er de lekkerste chocoladetaart van de stad. Het was ook Stortorget waar in opdracht van de Deense koning Christian II in 1520 negentig hooggeplaatste Zweden werden vermoord. Tevens is Gamla Stan de lokatie van het koninklijk paleis, Kungliga Slottet, maar dat gebouw is nogal lelijk. Mooier zijn de smalle straatjes in de rest van Gamla Stan, waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan en je je in de zeventiende of achttiende eeuw waant. Natuurlijk, Gamla Stan is ook het meest toeristische gedeelte van Stockholm, maar dat valt wat souvenirwinkeltjes betreft nog erg mee.








De Storkyrkan ligt achter het huidige Nobelmuseet en is de oudste kerk van Stockholm. Oorspronkelijk stond hier een door - volgens de legende - in opdracht van Birger Jarl in de tweede helft van de dertiende eeuw gebouwde kerk, maar die brandde al snel af. De huidige kerk stamt uit 1306, maar is daarna meerdere malen grondig verbouwd. Bovenal is het de kerk waar leden van de koninklijke familie trouwen. In 1976 koning Carl Gustaf en prinses Sylvia en in 2010 kroonprinses Victoria en haar vriend Daniel. De koninklijke familie is niet altijd zo dol geweest op de Storkyrkan; ooit werd door koning Gustaf Vasa voorgesteld de kerk te slopen, officieel omdat de voorloper van het huidige koninklijk paleis, het Tre Kronor kasteel, zo beter verdedigd zou kunnen worden, al zal hebben meegespeeld dat de koning het toch niet zo op katholieken had. Na protest mocht de kerk blijven staan. De Storkyrkan is een kleine kerk, zeker als je bedenkt dat het officieel een kathedraal is, al is het wel een lutherse kathedraal. Er zitten wat merkwaardige details in de kerk; zo hangt er een replica van een schip en is er de Globe, een grote ronde kandelaar. Meer vanzelfsprekend is het beeldhouwwerk van Sint Joris en de Draak. In Stockholm wordt veel aan de legende van de heilige Joris gerefereerd. De overwinning van Sint Joris op de draak staat symbool voor de overwinning van de Zweedse staatsman Sten Sture op de Denen.






Helgeandsholmen is een klein eilandje dat ligt tussen het geweldig mooie Gamla Stan en Norrmalm, het moderne, in de jaren zeventig gebouwde centrum. Midden over Helgeandsholmen ligt de Riksgatan, die in Norrmalm overgaat in de Drottninggatan, de belangrijkste winkelstraat van Stockholm. Helgeandsholmen is bovenal de locatie van de Riksdagshuset, het Zweeds parlement. Een goede plek; het ligt namelijk op steenworp afstand van het koninklijk paleis in Gamla Stan. Het oudste gedeelte van het parlementsgebouw stamt uit 1905 en werd ontworpen door Aron Johansson. De Zweden zijn trots op hun open democratie, dus bezoekers zijn van harte welkom om debatten bij te gaan wonen (al zal je er weinig van verstaan in het Zweeds). Misschien is het daarom handiger om een keer gebruik te maken van rondleidingen, die worden namelijk ook in het Engels gegeven.









Het schijnt dat op Riddarholmen, een ander eiland dat vlak langs Gamla Stan ligt, niemand woont. Wat er aan bouwwerken staat, is van de overheid of de koninklijke familie. En er staat een kerk die qua omvang de Storkyrkan in Gamla Stan naar de kroon steekt, de Riddarholmskyrkan. Het heeft in Zweden de functie die in Nederland de Nieuwe Kerk in Delft heeft; het is de kerk waar de Zweedse monarchen worden bijgezet. Maar waar de grafkelder in Nederland is afgesloten, is die in Zweden vrij toegankelijk. Alle graftombes zijn te bezichtigen, al is het maken van foto's niet toegestaan. Voor de rest is de Riddarholmskyrkan vooral leeg. Er staan niet eens banken in. Aan de wanden hangen schilden, allen speciaal geschilderd ter gelegenheid van bezoeken van volksvertegenwoordigers en ja, ook de Nederlandse koninklijke familie is daarbij vertegenwoordigd. Het autoluwe en erg stille Riddarholmen is voor de rest eigenlijk alleen interessant voor het mooie uitzicht dat je hebt op het Stadshuset, aan de andere kant van het water.







Ik ben geen vogelaar en weet helemaal níks van vogels af. Laat staan dat ik er een fatsoenlijke foto van kan maken. Maar ja. Als een vogel zo schuw is dat ie vlak voor je neus gaat zitten, dan kan ik het ook niet laten. En als dat meer dan eens gebeurt, heb je al vrij snel een aardig rijtje bij elkaar. Ik heb nog even gedacht dat die zwarte vogel hieronder de nationale vogel van Zweden is (zoals de gids bij het koninklijk paleis van Drottningholm vertelde), maar na enig speuren op internet blijkt de nationale vogel van Zweden een merel te zijn en dat is dit niet. Het zou ook te toevalling zijn geweest; ik fotografeerde 'm terwijl ik aan het lunchen was bij Drottningholm.







Ten oosten van Stockholm liggen ongeveer vierentwintigduizend eilandjes; van noord naar zuid beslaan ze een oppervlakte van zo'n 140 kilometer en de omvang varieert van piepklein tot behoorlijk groot. Slechts 150 van deze eilandjes zijn permanent bewoond, maar veel Zweden die in de hoofstad woonachtig zijn hebben een vakantiehuisje in de archipel. En met de veerboten die vanuit Strandvägen in het centrum vertrekken, ben je er al heel snel. Eilandjes als Vindö, Vaxholm, Möja, Grinda, Utö, Finnhamn en Sandhamn, of de uit vier eilanden bestaande en op zichzelf weer een archipel binnen de Stockholm Archipel vormende Fjäderholmarna zijn uitstekende plaatsen om bij te komen van de (niet eens zo hectische) hoofdstad. Als je er veel van wilt zien, kan je bijvoorbeeld kiezen voor een dagtocht waarbij je een stuk of vijf eilandjes na elkaar bezoekt of je kiest - zoals ik - een ver afgelegen eilandje. Daarom ging ik naar Sandhamn, wat zo'n twee uur varen van Stockholm is. Onderweg heb je alle gelegenheid om al die andere kleine eilandjes van een afstandje te bewonderen.









Op Sandhamn, een klein eilandje waar je wel een paar uurtjes zoet bent, heeft de tijd voor het grootste deel stilgestaan. Het dorpje, al mag het nauwelijks die naam hebben, bestaat uit rode, houten huisjes (zonder huisnummer), heeft enkel zandpaden en auto's zijn er niet te vinden; bewoners rijden er rond op quads. Het dorpje heeft een paar kleine cafés, een buurtsuper die maar een paar uur per dag open is en wat souvenirwinkeltjes. Even buiten het dorp, op weg naar een naar verluidt heel mooi strand (ik heb het niet kunnen vinden) ligt helaas een hotel met conferentiecentrum dat de pittoreske sfeer wat doorbreekt, maar voor de rest ademt Sandhamn enkel rust uit. En als je het strand niet kan vinden (het zou volgens een serveerster echt idioot makkelijk te vinden moeten zijn; ik ben geneigd haar te geloven), kan je altijd nog door het enige bos op het eiland wandelen. En vergeet het piepkleine kerkje met kerkhof niet.











Een uurtje varen met de boot buiten Stockholm ligt het ándere koninklijke paleis van de Zweedse koning: Drottningholm. Het ligt op het eiland Lovön en met de bouw, in opdracht van koningin  Hedvig Eleonora, werd in 1662 begonnen. Het paleis is ontworpen door Nicodemus Tessin de Oudere en sinds 1981 is dit de officiële residentie van de Zweedse koninklijke familie. Het paleis zelf was tijdens mijn bezoek gesloten, dit vanwege de voorbereidingen op het huwelijk van kroonprinses Victoria en haar vriend Daniel. Maar dan nog is er voldoende te zien, zoals parken in zowel Franse als Engelse stijl. Het Engelse park werd mede door koning Gustaf III ontworpen.




Het uit 1766 stammende theater op de foto hieronder is heel bijzonder. Vooral omdat het nog in originele staat verkeert, wat voor Unesco in 1991 reden was om het toe te voegen aan de werelderfgoedlijst. Die authenticiteit was voor Ingmar Bergman reden om de opnames voor zijn film Trollflöjten (Die Zauberflöte) in het theater te plannen, al bleek het theater daar te kwetsbaar voor. Gevolg: Bergman moest het theater volledig in een filmstudio nabouwen. Een bezoek is zeer aan te raden, zeker als je eens wilt weten hoe in de achttiende eeuw geluidseffecten (storm, onweer) werden gesimuleerd. Een van de weinige moderniseringen is de aanleg van elektriciteit in de twintigste eeuw geweest. Dat is gedeeltelijk teruggedraaid, althans, de lampen flikkeren tegenwoordig als ware het kaarsen. Er worden nog steeds voorstellingen verzorgd, toen ik er was stonden de opera's La Finta Gardiniera en Don Giovanni op het programma. Bezoekers mogen het theater verder alleen per rondleiding bezoeken en ook dan wordt erop gehamerd heel voorzichtig te zijn.



Dit leuke stulpje hieronder is Kina Slott, het Chinees Paviljoen. Althans, zo heet het in de volksmond, want Chinezen die op bezoek zijn in Drottningholm vinden het maar kitscherig overkomen en vinden het meer 'chineesachtig.' Wat ook zij, het is een mooi paviljoen met enkele nog kleinere gebouwen in de naaste omgeving. Eerst stond op de plaats van het Kina Slott een ander, door Carl Fredrik Adelcrantz ontworpen kasteel dat in 1753 was gebouwd als cadeau voor de 33ste verjaardag van konigin Lovisa Ulrika. De schenker was haar man, koning Adolf Fredrik. Tien jaar later werd begonnen met de bouw van dit nieuwe paviljoen, dat in 1769 helemaal af was. Het is gebouwd in rococo stijl en de Chinese, exotisch bedoelde invloeden waren indertijd enorm hip. De kleinere gebouwen in de naaste omgeving van het Kina Slott werden gebruikt door het koninklijk echtpaar om in alle rust te kunnen dineren. Als het stel op de eerste verdieping zat, werd een volledig gedekte tafel door het personeel omhoog gehesen. De verf lijkt inmiddels wat afgebladderd, maar tussen 1989 en 1996 is het Kina Slott nog opnieuw beschilderd.









Ten oosten van Stockholm begint de Stockholm Archipel, een gebied dat helemaal uitloopt tot de kust en waar duizenden eilandjes liggen. Aan de westkant van Stockholm ligt het Mälarenmeer, het derde grootste meer van Zweden. Je komt er over als je met de boot richting Drottningholm gaat en de bebouwing van de hoofdstad gaat eigenlijk al verrassend snel over in natuur. Een mooie aaneenschakeling van kleine rotseilandjes zoals die ook ontelbaar veel in de Stockholm Archipel liggen met aan de oever riet en bossen.





Heeft het zin om verkeersbordjes te fotograferen? Nee. Maar dat is Zweeds is wel een erg leuke taal. En dus zijn ook veel bordjes de moeite waard.














Het uit 1923 stammende Stadshuset is het - de naam zegt het al - stadhuis van Stockholm. Het is ontworpen door Ragnar Östberg (1866-1945) die zich daarbij liet inspireren door de romantiek en de Italiaanse rennaissance. Er worden ook rondleidingen georganiseerd, maar dat is niet eens nodig om een goed beeld te krijgen van dit enorm leuke en speelse gebouw. Volgens het oorspronkelijke ontwerp zou het Stadshuset blauw worden geverfd, maar toen Östberg zag hoe de zon met de kleur van de bakstenen speelde, bedacht hij zich. Terecht, want het gebouw ziet er zo al prachtig uit. Maar het mooiste zijn de details waar Östberg veel aandacht aan heeft besteed. De kleine beeldjes op de kapitelen zijn daar een mooi voorbeeld van. Het Stadshuset fungeert natuurlijk als stadhuis van Stockholm, maar is ook de plaats waar elk jaar vijf van de zes Nobelprijzen worden uitgereikt.










Maar ook de uitkijktoren van het Stadshuset is te bezoeken. Omdat er maar één trap omhoog is en er anders opstoppingen ontstaan tussen naar boven en naar beneden lopende bezoekers, gaat dat in etappes. Over alles is in Zweden nagedacht. Toevallig sta ik vooraan in de rij bij het volgende groepje bezoekers. 'Stairs or elevator,' vraagt de gids. Ik kijk haar verbaasd aan. 'Stairs,' roep ik vanzelfsprekend. Dat blijkt een goede keus, want ook in het trappenhuis is veel aandacht besteed aan allerlei details. Bovendien komen de bezoekers die voor de lift hebben gekozen, bedrogen uit; halverwege moeten ze uitstappen en kunnen ze nog de helft naar boven lopen. Ik ben in een recordtijd boven en heb het uitzichtpunt minutenlang voor mezelf. Die ster die je in sommige foto's in beeld ziet, is ook weer zo'n opvallend detail van Östberg, die die op standaards rond het uitzichtpunt heeft geplaatst.








Leuk weetje: Roxette nam de videoclip voor Fading Like A Flower (Every Time You Leave) op in het Stadshuset. En Gamla Stan (het plein in de clip is Stortorget). Het schijnt dat de Amerikaanse filmcrew die voor de opnames werd ingevlogen onder de indruk was van het stadhuis en de oude stad. Ze dachten dat het speciaal voor de opnames was gebouwd.



Op het grote eiland Djurgården ligt dé toeristische trekpleister van Stockholm: het Vasamuseet. Dat is te merken aan de rondleidingen die aan de lopende band worden aangekondigd in alle belangrijke wereldtalen. Mis je die in het Engels? Geen probleem, over drie kwartier vertrekt wel weer een nieuwe. Het Vasamuseet herbergt het Vasaschip, een slagschip dat in 1628 op instigatie van de Zweedse koning Gustaf Adolf II werd gebouwd. Niet omdat Zweden indertijd zo'n belangrijke wereldmacht was die de wereldzeeën wist te bedwingen, integendeel zelfs. Het Vasaschip werd gebouwd om indruk te maken op de buurlanden. Of ze na de doop van het schip, naar ontwerp van de Nederlandse scheepsbouwer Henrik Hybertsson, ook daadwerkelijk onder de indruk waren, valt te betwijfelen; het schip zonk na welgeteld 45 minuten. De opvarenden klommen massaal de mast in. 'Dat lijkt dom,' merkte de gids droogjes op, 'maar aangezien de haven in Stockholm slechts dertig meter diep en het schip vijftig meter hoog is, bleef de mast sowieso boven water uitsteken.' Toch kwamen bij deze scheepsramp nog tientallen mensen om het leven. Het schip bleef daarna eeuwenlang op de bodem van de haven liggen, totdat het in de jaren vijftig van de twintigste eeuw stukje voor stukje boven water is gehaald. Inmiddels is het Vasaschip voor 95% in originele staat hersteld. Indrukwekkend.








Meestal gaat het als volgt. Je zit op een terrasje, of loopt langs een grote straat in het centrum, als je ineens een enorme herrie hoort die steeds dichterbij lijkt te komen. Een herrie die meer specifiek bestaat uit loeiharde dance muziek en joelende jongeren. Even later komt er dan een vrachtauto voorbij rijden met in de laadruimte een flinke groep jongeren. Het schijnt dat deze jongeren net allemaal geslaagd zijn voor hun eindexamen van de middelbare school en in Zweden, in Stockholm althans, is het dan traditie om met veel kabaal door het centrum te crossen. Dit tot grote ergernis van de lokale overheid die al jaren aan het bedenken is hoe ze het kunnen verbieden. De jongeren gaan intussen gewoon door. Foto's maken wordt aangemoedigd, dan wordt er nog even extra gejoeld. En wees ook niet verbaasd over de enorme bierlucht die je tegemoet komt als je in de buurt van zo'n vrachtauto komt. Mij lijkt het wel koud, zo begin juni met ontbloot bovenlijf op een wagen rondgereden worden.





Je zal het niet eens in zoveel reisgidsen tegenkomen, maar eigenlijk is Skogskyrkogården (letterlijke betekenis: boskerkhof) een toeristische attractie van formaat. Het is namelijk de eerste in z'n soort. Dat wil zeggen, het is het eerste boskerkhof ter wereld. Het werd in 1917 geopend en alleen daarom al is het in 1994 toegevoegd aan de werelderfgoedlijst van Unesco. In de praktijk oogt een boskerkhof nog vrij normaal: graven liggen netjes in rijen met daartussen bredere en smallere paden. Het grootste verschil zit 'm in de hoge naaldbomen die daartussen staan en bijdragen aan de 'bossfeer'van het geheel. Helemaal aan het eind van de hoofdweg die het kerkhof in tweeën deelt staat - hoe symbolisch - de wederopstandingskapel. Het is aardig om te kijken waarin Zweedse graven verschillen van graven elders. Allereerst zijn de monumenten vrij bescheiden, met eenvoudige dekplaten of kleine grafzerken. En ze houden er in Zweden van om kleine lantaarntjes op het graf te plaatsen en als bij zerken is vaak een vogeltje bovenop geplaatst. Aandoenlijk.














Wat bekende Zweden betreft moet Skogskyrkogården het echter afleggen tegen de Norra Begravningsplatsen, waar onder andere August Strindberg, Alfred Nobel, Folke Bernadotte en Ingrid Bergman begraven liggen. Op Skogskyrkogården ligt wel Greta Garbo begraven, maar ik ben niet naar haar graf op zoek gegaan.



Het kleine Skeppsholmen is een soort museumeiland in het centrum van Stockholm. Er is maar één toegangsbrug naar het eiland en verder is er weinig verkeer en vooral heel veel groen. Dat is vreemd, zo midden in de stad. Het belangrijkste museum op Skeppsholmen is het Moderna Museet dat qua collectie (werken van Andy Warhol, On Kawara, Salvador Dalí, Dorothea Tanning, Anish Kapoor) kan wedijveren met bekende musea zoals het Tate Modern in Londen of het MoMA in New York. Die werken zijn in het gebouw zelf te bezichtigen, maar de openbaar toegankelijke tuin met beelden van Jean Tinguely en Niki de Saint Phalle is misschien wel even indrukwekkend. Voor de rest is Skeppsholmen een eiland met veel aanlegplaatsen voor (luxe) boten en is er een hotel gevestigd. Wie nog een stukje verder loopt, kan ook richting het nog kleinere Kastellholmen lopen. Daar is slechts bestemmingsverkeer welkom en is een opmerkelijk kasteel te bezichtigen.









Meer foto's op flickr.